Dit artikel wordt u aangeboden door Triodos Investment Management.

De opmars van radicaal-rechts bedreigt ook de economie van de EU

De uitslag van de Europese Parlementsverkiezing is in lijn met de verwachting: radicaal-rechts wint zetels, terwijl de pro-Europese Groenen en Liberalen verliezen. De gevolgen van deze verschuiving zijn niet te onderschatten, want alle EU-wetten en de EU-begroting hebben goedkeuring nodig van het Europees Parlement. Hoewel de radicaal-rechtse partijen ook nu nog ‘slechts’ een kwart van de zetels bezitten, betekent dit wel meer polarisatie en fragmentatie binnen het parlement. Voor de centrumrechtse Europese Volkspartij (EVP), die opnieuw veruit de grootste partij is, zou de verleiding steeds groter kunnen worden om een meerderheid via (radicaal) rechts te vormen. 

Green Deal onder vuur

De directe gevolgen voor de groene transitie zijn duidelijk: het wordt moeilijker om wetgeving aan te nemen die de Europese Green Deal ondersteunt. Hierdoor komt het langetermijndoel, van de EU het eerste continent maken dat in 2050 klimaatneutraal is, op losse schroeven te staan. Door de nieuwe zetelverdeling zou het (veel) moeilijker kunnen worden om meerderheden te vormen, en zouden de uiteindelijke meerderheden stevig naar de conservatieve rechterkant kunnen overhellen, wat een verdere vertraging van de transitie betekent. De kortetermijndoelstelling om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met minstens 55 procent te verminderen lijkt zo te verworden tot wassen neus.

Onafhankelijkheid en banenmarkt in het geding

Ook indirect belemmert de toenemende invloed van radicaal-rechts de transformatie naar een toekomstbestendige groene economie. De radicaal-rechtse partijen pleiten namelijk voor minder EU-integratie. Maar een concurrerende Europese groene industrie (zoals beoogd door de European Net-Zero Industry Act) ontstaat alleen door meer integratie. Alleen samen kunnen de EU-lidstaten concurreren met de Verenigde Staten en China als het gaat om het opbouwen van groene technologische capaciteit. Dit vereist bijvoorbeeld een vervolmaking van de Europese kapitaalmarktunie, wat zou zorgen voor een extra investerings- en innovatiestimulans, en een substantiële verhoging van de EU-begroting. Zonder dit soort integratie zal de EU waarschijnlijk verder achterop raken in de wereldwijde groene wapenwedloop. Met ernstige gevolgen: opnieuw afhankelijk zijn van een autocratisch regime als het gaat om energie, dit keer door geïmporteerde hernieuwbare energiecomponenten uit China. Het zou ook betekenen dat we meer geavanceerde banen op het gebied van hernieuwbare energie en groene technologie mislopen, die de basis zullen vormen van de nieuwe structuur van de wereldeconomie na het tijdperk van de fossiele brandstoffen.
 

Immigratiestop hoogst onverstandig

Het anti-immigratiestandpunt van radicaal-rechts is een andere bedreiging voor het concurrentievermogen van de Europese economie. Om een groene EU-economie op te bouwen die klaar is voor de toekomst en voor al haar burgers kan zorgen, hebben we namelijk meer arbeiders nodig. Er zijn momenteel al ernstige tekorten aan arbeidskrachten, en de werkeloosheidscijfers liggen nog steeds nabij recordlaagtes. Deze ontwikkelingen zullen de komende jaren waarschijnlijk doorzetten door de verdere vergrijzing van de Europese bevolking. Daarom hebben we extra arbeidskrachten nodig, zij het voor banen in onze groene industrie dan wel om onze ouderen te verzorgen. Als we de immigratie een halt toeroepen, zoals radicaal-rechts van plan is, zullen we de concurrentieslag met de VS en China verliezen. Ook zullen de kosten van levensonderhoud onvermijdelijk stijgen door een tekort aan arbeidskrachten, en zal de levenskwaliteit achteruit gaan. 
 

Private sector moet nu het voortouw nemen

Het groeiende belang van radicaal-rechts zou ook de broodnodige toename van duurzame investeringen door de private sector kunnen belemmeren. Een conservatiever Europees Parlement zou investeerders het idee kunnen geven dat bedrijven niet gedwongen zullen worden om op korte termijn te verduurzamen, waardoor er meer geld zou kunnen vloeien naar de 'oude', fossiele brandstofeconomie. Daarom is het juist nu cruciaal dat private partijen zich beseffen dat niet alleen de groene transitie, maar ook het concurrentievermogen van de EU-economie als geheel in het geding is. 

 

Dit artikel is eerder verschenen bij Financial Investigator.