Groene stroom draait om veel meer dan alleen de aanleg van windmolen- en zonneparken. Welke sectoren en bedrijven gaan het verschil maken in de volgende fase van de energietransitie?
Zonnepanelen en windmolens spelen een beslissende rol in de energietransitie. De kosten om energie met dit soort duurzame bronnen op te wekken, liggen in veel regio’s al aanzienlijk lager dan met fossiele brandstoffen. Maar liefst 29% van de wereldwijde elektriciteitsproductie is al afkomstig van duurzame bronnen1. Toch maakt de energietransitie fabrikanten van windmolens en zonnepanelen niet automatisch tot kansrijke beleggingen, waarschuwt Jennifer Boscardin-Ching, Client Portfolio Manager van Clean Energy Transition.
Boscardin-Ching benadrukt dat overheden in het verleden vaak voor een lastige keuze stonden. Want in het ideale scenario is energie goedkoop, wordt het op duurzame wijze opgewekt en is de energievoorziening ook betrouwbaar. In de meeste gevallen kon er echter slechts aan twee van deze drie voorwaarden worden voldaan. “Maar dankzij de scherpe kostendaling van wind- en zonne-energie is het energie-trilemma opgelost”, vertelt Boscardin-Ching: “Dat is overigens ook een signaal dat je als belegger op een andere manier naar de energietransitie moet kijken dan alleen naar het opwekken van groene stroom.”
Onderscheidende factor
De kostprijs voor zonne- en windenergie is in het afgelopen decennium met circa 80% gedaald, dankzij technologische vooruitgang en schaalvoordelen. Dat is goed nieuws voor huishoudens en bedrijven, maar als gevolg van toenemende concurrentie staan de winstmarges van ondernemingen in dit segment behoorlijk onder druk. Boscardin-Ching: “De meeste ondernemingen missen een duurzaam concurrentievoordeel. Daarbij kan je bijvoorbeeld denken aan een technologische voorsprong of een heel sterke marktpositie, die ruimte biedt om je eigen verkoopprijs te stellen en zo de winstmarge te beschermen.”
Met name in de halfgeleidersector zijn veel van dit soort ondernemingen te vinden. Boscardin-Ching: “In de nieuwe fase van de energietransitie draait het niet zozeer om het opwekken van duurzame energie, maar wordt het belangrijk om die stroom efficiënt op de juiste plaats te krijgen. Momenteel gaat soms wel tot 70% van de energie verloren tussen het opwekken en het daadwerkelijke gebruik. Krachtige, efficiënte halfgeleiders die voorkomen dat energie tijdens het transport wordt omgezet in warmte, spelen een sleutelrol bij het tegengaan van dit soort energielekkage.”
Tien tot vijftien keer zoveel halfgeleiders
Met name bij het transport van duurzame energie valt er in dit opzicht nog een grote slag te maken. In de infrastructuur om zonnepanelen aan te sluiten op de bestaande infrastructuur, zit naar verhouding maar liefst 15 keer zoveel waarde aan halfgeleiders als in een traditioneel netwerk. Boscardin-Ching: “Een ander voorbeeld van hoe specialistische halfgeleiders het verschil maken, is te vinden in de autosector. In een moderne elektrische auto zit ruim tien keer zoveel halfgeleiders als in een diesel- of benzineauto van een paar jaar geleden. Zelfs in periodes waarin de totale autoverkopen stagneren of tijdelijk afnemen omdat er minder vraag is naar auto’s met een traditionele brandstofmotor, neemt de vraag naar dit soort hoogwaardige halfgeleiders toe.”
De wijze waarop fondsbeheerders inspringen op dit soort verschuivingen, wordt weerspiegeld in de fondsportefeuille. Daarbinnen is de focus verschoven van duurzame energie, naar slimme technologieën die de volgende fase van de energietransitie mogelijk maken. Daarmee heeft het fonds een goede periode achter de rug, met een gemiddeld jaarrendement van ruim 18% over de afgelopen vijf jaar tegenover minder dan 14% voor de S&P Global Clean Energy Index2. Boscardin-Ching: “Het rendement vertelt niet het hele verhaal. We hebben ook het verschil gemaakt door actief het gesprek aan te knopen met bijvoorbeeld energiebedrijven, die we hebben geholpen om het aandeel duurzame energie in de totale capaciteit uit te bouwen. En er ligt nog volop ruimte om zowel qua financieel rendement als qua duurzame impact het verschil te blijven maken.”
De wijze waarop fondsbeheerders inspringen op dit soort verschuivingen, wordt weerspiegeld in de fondsportefeuille. Daarbinnen is de focus verschoven van duurzame energie, naar slimme technologieën die de volgende fase van de energietransitie mogelijk maken. Daarmee heeft het fonds een goede periode achter de rug, met een gemiddeld jaarrendement van ruim 18% over de afgelopen vijf jaar tegenover minder dan 14% voor de S&P Global Clean Energy Index2. Boscardin-Ching: “Het rendement vertelt niet het hele verhaal. We hebben ook het verschil gemaakt door actief het gesprek aan te knopen met bijvoorbeeld energiebedrijven, die we hebben geholpen om het aandeel duurzame energie in de totale capaciteit uit te bouwen. En er ligt nog volop ruimte om zowel qua financieel rendement als qua duurzame impact het verschil te blijven maken.”
1 Bron: https://www.weforum.org/agenda/2023/03/electricity-generation-renewable…
2 Bron: Morningstar, data per 30 juni 2023