Risico’s beter managen en nieuwe beleggingsmogelijkheden vinden. Volgens Nathan Fabian, directeur Policy & Research bij Principles of Responsible Investment (PRI) in Londen, zijn dit de voornaamste redenen voor de toegenomen belangstelling voor duurzaamheid.
Was er sprake van een aha-erlebnis toen u zich realiseerde dat u een verschil wilde maken in het werk dat u doet, waardoor u besloot gedrag op het gebied van ESG – Environmental, Social and Governance – te gaan bevorderen?
’Ik zou mijn overstap naar de ESG-wereld eerder omschrijven als een ontwikkeling of een proces van volwassen worden dan een aha-erlebnis. Ik begon mijn carrière bij in het bedrijfsleven: als managementconsultant werkte ik aan bedrijfsherstructureringen. Ik maakte daardoor al vroeg kennis met de scherpe randjes van het winst maken. Sommige bedrijven hadden maar weinig oog voor de maatschappelijke gevolgen van hun commerciële activiteiten. Ik voelde me hier eigenlijk heel ongemakkelijk bij, omdat het conflicteerde met mijn persoonlijke waarden en overtuiging. Toen ik later ethiek en leiderschap ging studeren en meer te weten kwam over besluitvorming, ontdekte ik hoe je oorzaak en gevolg tegen elkaar af kunt zetten. En hoe je veel verschillende variabelen mee kunt wegen bij het nemen van goede beslissingen. Het werd me duidelijk dat ESG-overwegingen en de gevolgen daarvan deel uitmaken van goede besluitvorming en uiteindelijk een bijdrage leveren aan risicomanagement en waardecreatie.’
Hoe zag de sector eruit toen u begon – wanneer werd ESG relevant voor finance?
‘Ongeveer 15 jaar geleden was de financiële sector bezig zijn aanpak op dit gebied te formaliseren. Daar hebben onze paden elkaar gekruist. Ik ben met ESG begonnen door het aanpakken van onethisch gedrag bij bedrijven. In Australië waren incidenten met verzekeringsmaatschappijen die het belang van hun deelnemers onvoldoende dienden, waardoor hun klanten geld verloren – dit bedrijfsschandaal bevestigde vermoedens die al langer bestonden, namelijk dat er meer aan de hand was als het ging over de manier waarop bedrijven en beleggers met maatschappelijke vraagstukken en milieuvraagstukken omgingen. De opvatting dat ESG-factoren belangrijk zijn, werd deels ingegeven door financiële fraude en dingen als relaties op de werkvloer die toen in Australië speelden. Er zijn diepgewortelde gewoonten in de manier waarop arbeidskrachten en community’s netelige kwesties altijd hebben ontweken. De financiële wereld had hier nooit eerder oog voor gehad. Uiteindelijk moet het gaan over het creëren van waarde voor beleggers en het vinden van duurzame bedrijven. De overtuiging dat dergelijke misstanden in bedrijven voorkomen konden worden, was mijn uitgangspunt om aan de slag te gaan met ESG in de financiële wereld.’
Is de financiële sector vooruit gegaan qua bewustwording van ESG en de implementatie ervan?
’Ik durf wel te zeggen dat er nog net zo veel issues zijn als tien à vijftien jaar geleden. Er zijn nog steeds voorbeelden van bedrijven die de kantjes er vanaf lopen, en van beleggers die denken dat ze onafhankelijk van hun begunstigden en beleggingen kunnen opereren. We hebben dus nog steeds te maken met mislukkingen en problemen, met verlies van waarde en met schade die wordt toegebracht. Maar we zijn van ver gekomen. We hebben nu een goed verhaal, we hebben tools en we hebben normen. We hebben een aanpak voor beleggingen en we hebben meer waardering voor de wetenschap, en kennis van de grenzen van onze leefomgeving. Dit geeft ons een kader en een manier om deze kwesties op een veel systematischere manier aan te pakken. Als er iets is waar het PRI in het afgelopen decennium aan bijgedragen heeft, dan zijn het veel van de tools en de faciliteiten die we nodig hebben om de kapitaalmarkten en bedrijfsactiviteiten duurzamer te laten functioneren.’
Wordt u nog wel eens verrast, door een aspect van uw werk, of door mensen?
’Ik heb een tijdje in de politiek gewerkt – daardoor word ik niet gauw verrast door twijfels en angsten van mensen, of door langzame vooruitgang. Maar het gemak waarmee veel mensen de doelen voor duurzame ontwikkeling nu hebben opgepakt als een nuttig kader voor de toekomst van het beleggingskapitaal en duurzame economieën, heeft me wel verrast. Vooral gezien de strijd die we de afgelopen vijftien jaar hebben moeten leveren om enige vooruitgang te boeken. En opeens is daar het moment waarop mensen zeggen: ik snap het; ik begrijp dat er een duurzaam doel is waar we naar zouden moeten streven. Die verandering in instelling is sneller gekomen dan ik had verwacht en dat heeft me zeer positief verrast. Het heeft deels ook te maken met het feit dat het verhaal en de tools nu voorhanden zijn. Klimaatissues blijven een probleem. Je moet echt een veerkrachtig persoon zijn om de klimaatverandering te lijf te willen gaan, want er zijn veel pieken en dalen en er is een lange weg te gaan. Onze neiging om weer terug te vallen in passief gedrag als het gaat om de klimaatproblematiek is iets wat me niet verbaast, maar waar ik wel steeds weer ontsteld over ben. Het zal nog veel werk zijn om alle losse elementen met elkaar te verbinden en mensen op één lijn te krijgen. Daarbij gaat het om het verbinden van een vrij discrete, op zichzelf staande financiële wereld met de impact die het financiële systeem heeft op de maatschappij en het milieu. Dit is dan ook een van de belangrijkste doelstellingen van het PRI in de komende tien jaar.’
Wat zijn uw plannen voor de komende jaren?
’Binnen twee maanden publiceren we een blauwdruk voor verantwoord beleggen in de komende tien jaar. Een van de belangrijkste elementen van die blauwdruk zal zijn hoe beleggers in een breder financieel systeem kunnen werken aan duurzaamheid. In het afgelopen decennium hebben we tamelijk discreet gewerkt aan investment practice – en met groot succes. Maar we hebben ons ook gerealiseerd dat als we écht willen investeren in de lange termijn, en als we ook financieel beloond willen worden voor het nemen van duurzame beleggingsbeslissingen, het nodig is dat iedereen meegaat op deze reis. Dat betekent dat we samen moeten werken met partijen als asset consultants en banken. We moeten opnieuw praten met begunstigden over de manier waarop het systeem hun levens makkelijker of juist moeilijker maakt. We moeten nadenken over de manier waarop overheden samenwerken met private capital en markten in de richting van duurzame, veerkrachtige en rechtvaardige economieën. Dat is constructiever dan op gespannen voet met elkaar te staan of overheden die angst te hebben voor kapitaalmarkten. Die zijn niet in staat om vraagstukken voor de welvaart op lange termijn in een dialoog met beleggers en financiële spelers op te pakken. Dit proces werkt niet langer en moet veranderd worden. Het PRI gaat aan het werk en zal binnenkort een aantal projecten lanceren die ons zullen helpen een bijdrage te leveren aan een meer duurzaam financieel systeem.’
Principles of Responsible Investment
Het PRI -afkorting voor Principles for Responsible Investment- heeft als doel om de effecten van beleggingen op milieu, maatschappij en governance (ESG) in kaart te brengen, en om zijn internationale netwerk van aangesloten beleggers te ondersteunen bij het meenemen van deze factoren in hun beslissingen. Het PRI moedigt beleggers aan om ESG-overwegingen te zien als een manier om risico’s beter te kunnen managen en nieuwe beleggingsmogelijkheden te vinden, en zo de rendementen op lange termijn te verbeteren. Het PRI is een non-profitorganisatie en werkt samen met internationale beleidsmakers, maar is niet verbonden aan een bepaalde regering. Het netwerk wordt ondersteund door de Verenigde Naties, maar maakt daar geen deel van uit. Het PRI wordt gefinancierd door de deelnemers.
Nathan kwam in juli 2015 in dienst bij het PRI. Hij is verantwoordelijk voor het bevorderen van duurzame financiële markten en de PRI Academy. Hiervoor was hij zes jaar lang ceo van Investor Group on Climate Change (IGCC), en tweeënhalfjaar hoofd van ESG Research bij Regnan. Hij heeft ook gewerkt als senior consultant bij Arthur Andersen, als marktanalist bij telecommunicatiebedrijf Krone in Duitsland en als corporate governance policy advisor voor Senator Penny Wong van Australië. Nathan heeft een MA in International Relations van de universiteit van New South Wales en een Bachelor of Business degree van de universiteit van Newcastle.
Dit artikel is onderdeel van de nieuwste editie van de Kempen Insight. Lees het hele magazine hier.
Kempen Capital Management heeft per 1 juni een nieuwe Director Impact & Responsible Investment: Narina Mnatsakanian. Lees het persbericht over haar aanstelling hier.