Dit artikel wordt u aangeboden door Van Lanschot Kempen Investment Management.

Kempen column: Blessuretijd

Met een focus op de lange termijn zou je bijna vergeten dat met een kortere beleggingshorizon andere getallen bepalend zijn. Kijkend naar de komende twee jaar ziet Roelof Salomons, hoofdstrateeg bij Kempen Capital Management, 8, 87 en 325 als cruciale getallen.

Deze getallen hebben allemaal te maken met de Amerikaanse economie en aandelenmarkt. Het zijn getallen die duidelijk maken dat de speeltijd bijna voorbij is. Vorig jaar stelden wij in onze tweejaars outlook dat beleggers zich konden voorbereiden op afzwakking van de economische groei. Onze verwachting was dat dalende winstmarges de winsten onder druk gingen zetten, terwijl op hetzelfde moment centrale banken de kosten van kapitaal zouden verhogen. Het lijkt nog niet zo’n vaart te lopen. De economie kabbelde ook in 2016 rustig voort, zij het wederom in een lager dan verwacht tempo en met marginale winstgroei. Gelukkig waren er daarom ook minder renteverhogingen dan gevreesd. Over naar de getallen. Als de Amerikaanse aandelenmarkten de rest van dit jaar niet veel meer bewegen, dan wordt 2016 het achtste jaar op rij waarin Amerikaanse aandelen een positief rendement noteren. Dat is een unicum. Daarmee schuift deze marktcyclus op naar de gedeelde tweede plaats op de ranglijst met de periodes 1921-1928 en 1982-1989 De toppositie op de adelaarslijst is nog stevig in handen van de 1991-1999 cyclus. Mijn inschatting is dat dit zo blijft. En niet alleen omdat de waarderingen (net als toen) te ver zijn opgelopen.

Deze economische cyclus begon in maart 2009 aan zijn opmars en is nu 87 maanden oud. Ook de economie is daarmee in blessuretijd terechtgekomen. Bij het National Bureau of Economic Research (NBER) hebben ze meer dan een eeuw aan data en daarmee is aan te tonen dat er slechts drie cycli een langere looptijd hadden. Het is niet verbazingwekkend dat de twee meest recente daarbij horen.

Nu is het een oude beleggingswijsheid dat cycli niet aan ouderdom ten onder gaan maar vermoord worden door de centrale bank. Omdat het stelsel van Amerikaanse centrale banken, de Fed deze cyclus nog maar één renteverhoging heeft doorgevoerd (waar op meer was gerekend) is er volgens veel economen geen reden tot zorg. Sinds de tweede wereldoorlog werd de rente in een gemiddelde economische cyclus met ruim 400 basispunten opgetrokken. En in de laatste vijf cycli met 300 basispunten. Omdat wij ervan uitgaan dat de neutrale rente laag is en de Fed dus niet of nauwelijks zal hoeven te verhogen, is er geen reden tot zorg. Toch?

Alle cijfers kloppen tot nu toe en toch zit één aspect me dwars. Deze monetaire cyclus was heel bijzonder. Omdat de ondergrens van nul procent in zicht kwam terwijl er nog meer gestimuleerd moest worden, zijn centrale banken onconventioneel beleid gaan voeren. Met kwantitatieve verruiming (QE) is er meer gestimuleerd dan met standaardbeleid mogelijk was. Omdat QE in de Verenigde Staten allang ten einde is, durf ik wel te stellen dat de Fed niet pas net begonnen is met de rente verhogen. We herkennen het alleen nog niet.

Recent hebben enkele academici geprobeerd om het effect van onconventioneel beleid te kwantificeren. In een artikel gepubliceerd door een van de regionale centrale banken (Wu & Xia, 2016, Federal Reserve of Atlanta) wordt dit de schaduwrente genoemd. QE heeft zo bezien geleid tot een rente van min drie procent. In dat licht is de beleidsrente dus al met 325 basispunten gestegen. Ook de monetaire cyclus is al oud. We zijn er bijna. De ‘moord op de cyclus’ is in volle gang.

Disclaimer

Kempen Capital Management N.V. (KCM) heeft een vergunning als beheerder van diverse beleggingsinstellingen en voor het verlenen van beleggingsdiensten en staat onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten.

Deze column is onderdeel van de laatste editie van de Kempen Insight. Lees het hele magazine online, via: https://issuu.com/kempenpublications/docs/kcm_16350_insight_outlook_2017_nl_l?e=24013627/40255041