Volgens de UNHCR waren eind 2014 ongeveer 60 miljoen mensen ontheemd; het hoogste aantal sinds de Tweede Wereldoorlog. In 2015 is dit aantal verder toegenomen. Niet alleen de omvang van de vluchtelingenstroom baart zorgen, maar ook de acceleratie in de afgelopen jaren. In september 2015 werden in Nederland bijvoorbeeld volgens het CBS 8.400 asielzoekers geregistreerd, van wie het grootste deel afkomstig uit Syrië.
Waar vluchtelingen voor Europa eerst ‘een ver van mijn bed’-probleem waren, is dit door de recente toestroom niet langer het geval. Het einde van de vluchtelingenstroom lijkt voorlopig nog niet in zicht en vormt een grote politieke uitdaging. In dit artikel richten we de blik op de economische implicaties.
(Foto links is gemaakt door Bram Belloni)
Impact op overheidsfinanciën
Op korte termijn leidt een toestroom van vluchtelingen tot een toename van de publieke uitgaven. De Duitse regering gaat bijvoorbeeld uit van uitgaven van 12.000 euro per vluchteling per jaar. Dit betekent niet dat de overheidsfinanciën met hetzelfde bedrag hoeven te verslechteren. De extra overheidsuitgaven geven de economie een kleine impuls, doordat het geld vooral in het binnenland zal worden besteed. Het begrotingsoverschot in Duitsland neemt vermoedelijk toe. Toch hebben de Europese ministers van Financiën de Europese Commissie al gevraagd om te onderzoeken of de kosten die lidstaten maken voor de opvang van migranten tot minder strenge toepassing van de Europese begrotingsregels kunnen leiden.
Op lange termijn kan de eurozone baat hebben bij de vluchtelingenstroom. Uit een recente studie van de OESO blijkt dat (arbeids)migranten over het algemeen op termijn meer aan belastingen afdragen dan ze aan uitkeringen ontvangen. De nettobijdrage van immigranten is overigens wel kleiner dan die van autochtonen, omdat ze minder belasting betalen als gevolg van een lagere arbeidsparticipatie. Migranten hebben ook op een indirecte manier invloed op de overheidsfinanciën. Enerzijds betalen ze btw. Anderzijds maken ze gebruik van gesubsidieerde diensten, zoals gezondheidszorg en scholing. De OESO concludeert dat migranten die goed integreren nauwelijks een negatieve impact hebben op de overheidsfinanciën. De integratie verloopt echter niet overal even soepel. Dit is niet alleen het gevolg van land-specifieke factoren, zoals voertaal en flexibiliteit van de arbeidsmarkt, maar ook van het verschil in type migrant (reden van migratie, opleidingsniveau, leeftijd) tussen landen. Ook in het geval van vluchtelingen is het van belang dat er voldoende aandacht wordt besteed aan integratie op de arbeidsmarkt.
Antwoord op vergrijzing?
De angst dat door de komst van vluchtelingen de lonen van autochtonen worden gedrukt en autochtonen moeilijker aan een baan komen, is niet reëel. Onder andere cao’s zorgen ervoor dat lonen niet neerwaarts worden aangepast. Bovendien blijken nieuwe immigranten op de arbeidsmarkt vooral een substituut te vormen voor oude migranten, in plaats van voor autochtonen. Immigranten en autochtone arbeiders zijn vooral complementair. In diverse Europese landen, zoals Duitsland en Italië, stijgt de afhankelijkheidsratio snel als gevolg van ontgroening en vergrijzing. In 2010 waren er in de eurozone op iedere 65-+er ongeveer vier personen in de leeftijd van 15-64 jaar. In 2020 is dit gedaald tot drie en in 2040 zijn dit er nog maar twee. De komst van vluchtelingen kan het vergrijzingsprobleem enigszins beperken, aangezien veel asielzoekers jong zijn. Immigratie vormt echter niet de oplossing voor het vergrijzingsprobleem. De aantallen die nodig zijn om de werkzame beroepsbevolking in de periode 2000-2050 constant te houden worden bij lange na niet gehaald.
Leeftijdsopbouw vluchtelingen in europa
Bron: Eurostat
Het is belangrijk dat politici niet alleen focussen op de acute problemen rondom de opvang van de vluchtelingen, maar er ook voor zorgen dat de vluchtelingen goed integreren op de arbeidsmarkt. De impact die vluchtelingen op lange termijn op de overheidsfinanciën hebben hangt hier immers vanaf. Een toestroom van vluchtelingen zal het vergrijzingsprobleem waar veel Europese landen mee kampen echter niet oplossen en het groeipotentieel niet verhogen. Hiervoor moeten andere antwoorden worden gevonden.
Ruth van de Belt
Investment Strategist
Kempen Capital Management N.V. (KCM) heeft een vergunning als beheerder van diverse beleggingsinstellingen en voor het verlenen van beleggingsdiensten en staat onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten.