Emile Gagna, Macro-econoom
De uitkomst van de COP-26 conferentie van de Verenigde Naties in Glasgow vonden veel waarnemers eerder teleurstellend. Drie economieën zijn verantwoordelijk voor meer dan de helft van de uitstoot van broeikasgassen. We brengen in kaart waar de tekorten liggen.
Nog steeds niet op schema voor 1,5 graden C°
De COP26 had zich tot doel gesteld om de CO2-uitstoot sneller af te bouwen om de opwarming van de aarde binnen een vork van 1,5°C tot 2°C te houden, met inachtneming van het ‘subsidiariteitsbeginsel’, volgens hetwelk elk land zich naar eigen inzicht organiseert en zijn eigen nationaal vastgestelde bijdrage (NVB) vaststelt. Volgens Climate Action Tracker zou dankzij deze toezeggingen de opwarming van de aarde beperkt moeten blijven tot 2,4°C (vergeleken met 2,7°C vóór de COP). Om die 1,5°C-doelstelling te halen, moet de wereldwijde netto CO2-uitstoot tegen 2030 met 45% worden verminderd ten opzichte van de niveaus van 2010, en tegen 2050 dalen tot netto nul. Maar zelfs als de meest recente NVB’s worden verwezenlijkt, zou de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen in 2030 nog steeds hoger liggen dan in 2010!
We kennen allemaal de belangrijkste spelers. De Verenigde Staten en Europa zijn samen goed voor een kwart van de wereldwijde uitstoot (respectievelijk 15% en 10%), terwijl China iets meer dan een kwart voor zijn rekening neemt (27%). Deze drie economieën alleen al stoten nu meer dan de helft van alle CO2uit.[1]
De extra broodnodige inspanningen — Ontwikkelde landen
Ze gaan weliswaar uit van een sterk uiteenlopend uitstootniveau, maar Europa en de Verenigde Staten hanteren vergelijkbare doelstellingen - tegen 2050 koolstofneutraal worden. Om dit doel te bereiken, hebben de Verenigde Staten een tussentijdse doelstelling voor 2030 vastgesteld om de uitstoot met 50 tot 52% te reduceren ten opzichte van de niveaus van 2005, terwijl Europa een tussentijdse doelstelling heeft vastgesteld om de uitstoot met 55% te verminderen ten opzichte van de niveaus van 1990. Deze doelstellingen zijn ambitieus - maar de recente afbouwtrend van de koolstofintensiteit handhaven (CO2-uitstoot per eenheid bbp) zal niet volstaan! Zonder een meer uitgesproken vermindering van de koolstofintensiteit zal de uitstoot in 2050 in beide regio’s ver boven de doelstelling van koolstofneutraliteit liggen (Afbeelding 1).
Het traject voor China
China koestert de ambitie om tegen 2060 koolstofneutraal te zijn. Het streefcijfer voor 2030 is bescheidener: het is de bedoeling de koolstofintensiteit[2] met 65% te verminderen ten opzichte van 2005. Aangezien China economisch sterk blijft groeien, zal de uitstoot van dat land dus blijven stijgen, met een piek net voor 2030. Dat neemt niet weg dat er aanzienlijke inspanningen geleverd moeten worden om deze doelstellingen te bereiken. In vergelijking met het tempo waarin de Verenigde Staten sinds 1996 hun koolstofintensiteit hebben afgebouwd (toen de intensiteit van de VS vergelijkbaar was met die van China nu) of met die van de Europese Unie, die nog eerder begon, lijkt de vermindering van de koolstofintensiteit die China heeft aangekondigd nog steeds ambitieus (Afbeelding 2).
Wat met de kloof tussen ‘Doel’ en ‘Traject’?
De grafieken van de uitstoot laten een rechte lijn zien ‘Doel’ tussen hoe de landen vandaag presteren, en hun netto zero uitstootdoelstellingen. Zij geven ook een rechtlijnig ‘Traject’ weer, gebaseerd op uitstootverbeteringen die daadwerkelijk zijn bereikt in de tien jaar vóór Covid-19.
En de kloof? In de veronderstelling dat we onze doelstellingen daadwerkelijk halen, geeft die groeiende kloof aan hoe groot het probleem is dat de financiële markten moeten helpen aanpakken. Misschien is dit de reden waarom Impact zo’n populair woord is in het beleggingsvocabulaire van vandaag.
[1] Het huidige uitstootniveau is weliswaar relevant voor het voorspellen van de toekomstige wereldwijde uitstoot, maar de uitstootgeschiedenis is ook van belang om doelstellingen vast te leggen tussen ontwikkelde en opkomende landen. Terwijl de VS en Europa momenteel ruwweg een kwart van de nieuwe uitstoot voor hun rekening nemen, is meer dan de helft van de cumulatieve uitstoot die zich reeds in de atmosfeer bevinden, afkomstig uit deze twee regio’s. China mag dan wel een vierde van de nieuwe uitstoot voor zijn rekening nemen, maar minder dan 13% van de broeikasgassen die zich reeds in de atmosfeer bevinden, zijn aan dit land toe te schrijven.
[2] Koolstofintensiteit is de hoeveelheid koolstofuitstoot per dollar bbp. Het is een maatstaf voor de inspanningen die landen leveren om hun economie koolstofvrij te maken. In snel groeiende landen kan deze vermindering van de koolstofintensiteit worden gecompenseerd door een hoge bbp-groei - dit is met name het geval voor China, waar de koolstofintensiteit sinds het begin van de jaren ‘90 is gedaald terwijl de koolstofuitstoot tegelijkertijd is gestegen!