Op het hoogtepunt van zijn hoop en hype in 2020-21 haalde waterstof de krantenkoppen en werd het gezien als de nummer één oplossing voor het koolstofarm maken van de economie. Drie jaar later is het tijd voor een reality check. Wat is een redelijk scenario en waar liggen de kansen?
Hoewel het Internationaal Energieagentschap schat dat waterstof slechts 6% van de cumulatieve emissiereducties zou opvangen die nodig zijn in het netto nul-scenario, geloven wij dat de rol van waterstof cruciaal zal zijn voor de zogenaamde moeilijk te reduceren industrieën (staal, chemicaliën, zwaar transport en scheepvaart), omdat deze weinig alternatieve opties hebben om koolstofarm te worden.
Op korte termijn zien de vooruitzichten voor de industriële vraag naar waterstof er rooskleurig uit, met 94 miljoen ton in 2021.
De vraagscenario's voor de langere termijn lopen uiteen, maar schattingen impliceren in elk geval dat de vraag op 5 tot 7 keer hoger ligt dan die in 2021. Bovendien zijn beleidsmakers niet terughoudend in hun ambities om de groei van waterstof te ondersteunen. Subsidies voor schone waterstof zijn de afgelopen twee jaar meer dan verviervoudigd, wat volgens ons werkelijke financiering zou moeten vrijmaken en investeringsbeslissingen in het veld zou moeten versnellen.
Lees hier verder