Interview met Seungjoo Ro - Regional Head of ESG and Thematic Research, CLSA Ltd
Candriam heeft meer dan zestig professionals die rechtstreeks betrokken zijn bij duurzame beleggingen, maar we hebben ook talrijke externe partners die voor ons opiniemakers zijn, en ook leveranciers van harde cijfers over de koolstofvoetafdruk, enz.[1]
Wij hebben een van onze externe experts, met name Seungjoo Ro, Regional Head of ESG and Thematic Research bij CLSA Ltd, gevraagd om ons zijn kijk op ESG-gegevens van Aziatische opkomende markten op het terrein te geven. Aangezien China, Taiwan, Zuid- Korea en India zowat driekwart van de MSCI EM-index vertegenwoordigen, is Azië een belangrijke regio.
Seungjoo, wat is er kenmerkend voor Azië omtrent de Ecologische, Sociale en Governance uitdagingen in die regio?
De E: Azië is zowel in hoge mate blootgesteld aan als bijzonder kwetsbaar voor milieugevolgen. Het is immers een uitgestrekte en dichtbevolkte regio. De bevolking woont immers vooral in gebieden die hinder ondervinden van de stijgende zeespiegel en is blootgesteld aan stijgende temperatuur, of zelfs beide. Sommige economieën en bedrijven in Zuidoost-Azië zijn sterk afhankelijk van natuurlijke hulpbronnen, waardoor de ecologische risico’s nog groter worden. De recente droogte in Taiwan en de risico’s voor de halfgeleiderindustrie zijn daar slechts één voorbeeld van.
De S: Beleggers hebben niet zoveel aandacht besteed aan de sociale pijler. Maar er gaan steeds meer stemmen op over het welzijn van werknemers, gendergelijkheid en inkomensongelijkheid.
De G: Beleggers in Azië zijn het erover eens dat goede governance de basis vormt voor doeltreffende ecologische en sociale bedrijfsstrategieën. In Azië zijn er verhoudingsgewijs meer staatsbedrijven of geprivatiseerde staatsbedrijven, wat betekent dat de belangen van het management mogelijk minder goed aansluiten bij de belangen van de eigenaars of andere stakeholders. Er is echter verbetering op komst, en het momentum is sterk.
ESG-informatie is een langetermijnuitdaging voor duurzaam beleggen. Hoe doen de Aziatische opkomende markten het?
Hoewel er nog ruimte is voor verbetering in vergelijking met de ontwikkelde markten, gaan de transparantie en communicatie er in Azië met rasse schreden op vooruit. Een recent voorbeeld van die betere transparantie is Top Glove, dat beleggers en de media een gedetailleerde update heeft gegeven van de bevindingen van de Amerikaanse douane en grensbescherming met betrekking tot migrantenarbeid. Familiebedrijven, staatsbedrijven en complexe aandeelhoudersstructuren zijn nog steeds uitdagingen om de transparantie te verbeteren. De governance moet dus blijven verbeteren, want hierdoor kunnen we er de ecologische en sociale aspecten echt goed op laten aansluiten.
De informatie en de transparantie worden dus steeds beter. Is data nog steeds een struikelblok?
Ja, want de beschikbaarheid en consistentie van data is de grootste uitdaging bij de integratie van ESG-criteria in beleggingsstrategieën[2], volgens de Principles for Responsible Investment (PRI) van de VN. In verhouding tot de ontwikkelde markten kan de ESG-verslaggeving in de opkomende markten nog een heel stuk beter. In de opkomende markten is informatie over governancecriteria beter beschikbaar dan data over ecologische en sociale aspecten, die beperkter zijn. Gegevens zijn een specifieke uitdaging — het is ook lastiger om de informatie te kwantificeren. Op sommige markten, zoals China en Korea, wordt de informatie alleen in de lokale taal verstrekt, in weinig heldere bewoordingen.
Kunt u ons een voorbeeld geven van de verschillen op het vlak van gegevensbeschikbaarheid?
Laten we eens stilstaan bij China, dat op zich al goed is voor meer dan één derde van de wereldwijde beurskapitalisatie van groeilandenaandelen. Kijk eens even naar ESG in passieve strategieën of kwantitatieve modellen in verhouding tot fundamentele analyse. Een fundamenteel analist zou zich kunnen opmaken om een kwalitatieve beslissing te nemen. Om ESG-criteria in zuiver kwantitatieve producten op te nemen, moet de beleggingsanalyse onderbouwd zijn met cijfers en niet met kwalitatieveverklaringen.
Zoals u kunt zien op de afbeelding van de VN PRI[3] wordt er veel minder vaak gerapporteerd over ecologische en sociale gegevens. Beursgenoteerde ondernemingen in China maken in principe geen ecologische gegevens bekend in hun jaarverslagen. Sommige bedrijven maken ecologische of sociale informatie bekend in ESG- of CSR-verslagen (Corporate Social Responsibility), maar deze zijn niet gedetailleerd genoeg. Informatie voor beleggers en het grote publiek wordt gewoonlijk opgenomen in bedrijfsnieuws, regelgevende communicatie en enquêtes van maatschappelijke organisaties. Tot slot zijn de gegevens die in beperkte mate aanwezig zijn, bijzonder versnipperd.
Zijn sociale factoren een beleggingscriterium, of gewoon een ‘nice to have’?
De analyse van sociale factoren is een ‘nice to have’ voor de prestaties van beleggingen! Uiteraard ontbreekt het de bedrijven aan objectieve gegevens. Als Covid-19 beleggers niet heeft overtuigd van de beleggingsprestaties van sociale factoren, dan hebben wij de harde cijfers. Ons recent analysewerk van online banentevredenheid en financiële prestaties van grote bedrijven in Azië heeft aangetoond dat bedrijven met een goede banentevredenheid het aanzienlijk beter doen dan de bedrijven met lagere ratings.
Om de waarde van één element van ‘S’ oftwel ‘Sociale’ factoren te testen, onderzochten CLSA-onderzoekers online vacaturesites en categoriseerden ze bedrijven op basis van de anonieme scores die door werknemers werden verstrekt. Bedrijven werden gegroepeerd per kwartiel en vergeleken met verschillende resultaatmetingen. Figuur 2 suggereert dat deze ratings, oftewel de tevredenheid van werknemers, sterk correleren met de prestaties van de aandelenkoers op de lange termijn.
De jongere generatie heeft een positieve invloed gehad op sociale factoren. Ze nemen met gemak deel aan gesprekken op het internet en sociale media, en hierdoor zijn deze uitdagingen op de voorgrond getreden, zeker de afgelopen twee tot drie jaar. We denken dan aan onderwerpen zoals gendergelijkheid (b.v. Korea), tewerkstelling, algemene diversiteit, en ouderenzorg (b.v. China). In het algemeen is de erkenning van sociale kwesties geleidelijk verbeterd - hoewel de pandemie een deel van de geboekte vooruitgang heeft tenietgedaan.
CLSA is bekend om zijn werk op het gebied van governance in Azië de afgelopen twintig jaar. Kunt u ons inzage geven in uw meest recente Corporate Governance Watch-publicatie?
De governance in Azië is aan het verbeteren. Natuurlijk bestrijkt ons onderzoek heel Azië, niet alleen de opkomende landen. Maar na jaren van schijnbare desinteresse heeft de Aziatische regio nu een selecte groep bedrijven die terecht als ESG-pioniers kunnen worden beschouwd, zoals TSMC, Tata, en CLP. We zitten nog maar aan het begin van de trend, en daarom hebben we nog geen allesomvattend beeld. De Aziatische financiële crisis van de jaren negentig heeft ertoe geleid dat internationale beleggers zich bewust zijn geworden van de gebrekkige governance in de regio. Sindsdien hebben de Aziatische overheden de basis van hun corporate governance radicaal omgegooid. De regionale tekortkomingen zijn nog steeds aanwezig, zoals de historische bestuursfuncties in familiebedrijven en een groot aantal staatsbedrijven. Meer dan gewoonlijk ligt de nadruk op het vermijden van gezichtsverlies, en gepensioneerde managers en werknemers met hoge anciënniteit zitten vaak in het bestuur.
Hoe verhoudt governance zich tot andere ESGuitdagingen, zoals klimaatverandering?
Zoals vermeld is een deugdelijke governance de basis voor doeltreffende ecologische en sociale strategieën. Indien het management zijn schouders onvoldoende onder ecologische en sociale uitdagingen zet, en te weinig betrokkenheid toont, dan zullen initiatieven op het vlak van E en S waarschijnlijk dode letter blijven, of doodgewoon greenwashing zijn. We zien nog steeds bedrijven die het systeem proberen te manipuleren – bedrijven die doelstellingen formuleren in functie van goede ESG-ratingscores van bureaus zoals MSCI en Sustainalytics. Hun E en S verslaglegging wordt dan meestal afgestemd op ratings in plaats van op de strategie.
“Beleggers zijn zich niet enkel meer bewust van goede governancepraktijken in Azië, maar de toegang tot het management en de kwaliteit van de gegevens verbetert ook.”
Ik wil graag even de vraag opnieuw bij u leggen. Heeft Candriam immers niet ontdekt dat betere governance op de ontwikkelde markten zorgt voor betere prestaties voor ecologische en sociale criteria, en dat goede governance ervoor heeft gezorgd dat bedrijven betere gegevens verstrekken?
In die richting evolueren de opkomende Aziatische landen dus. Er is een voortdurend engagement geweest, vooral aan de ‘buy side’. Uiteraard gaan wij als brokers de dialoog aan, maar engagement is natuurlijk doeltreffender wanneer het rechtstreeks van de beleggers komt. Tot dusver werd het meeste succes geboekt op het vlak van governance, maar ik zou durven te stellen dat 70% van de objectiefmeetbare governancedoelstellingen nu worden gehaald. En ik denk dat we het erover eens zijn dat de G de E en de S een impuls geeft. Beleggers hebben de afgelopen twee of drie jaar voor bepaalde gegevens traag maar gestaag vooruitgang geboekt bij het verkrijgen van bepaalde gegevens, zoals overkoolstofneutraliteit.
Zijn beleggers in staat om een zinvolle dialoog aan te gaan met bedrijven in opkomende landen?
Beleggers zijn zich niet enkel meer bewust van goede governancepraktijken in Azië, maar de toegang tot het management en de kwaliteit van de gegevens verbetert ook. En nogmaals, beleggers hebben zich bijzonder betrokken getoond, en dat werpt zijn vruchten af. Ook de taalbarrières worden neergehaald, en wij denken dat beleggers zullen vaststellen dat dit ook de toegankelijkheid verbetert.
Hoe staat het met de beleggers? Hebben beleggers op de opkomende markten aandacht voor ESG?
Uit recente geldstromen naar fondsen blijkt alvast van wel! In 2020 en het eerste kwartaal van 2021 zijn duurzame thematische aandelenfondsen bijna zes keer zo groot geworden, hoewel het doorgaans passief beheerde producten betreft. En interessant is dat duurzame beleggingen in groeilandenaandelen zelfs sterk toenamen in de eerste zes maanden van vorig jaar, toen beleggers geld onttrokken uit traditionele groeilandenbeleggingen. Beleggers staan zelf onder druk om “stewardship codes” in te voeren. Ze hebben er trouwens alle belang bij om de nadruk te leggen op duurzaam beleggen en best practices op het vlak van stewardship. In vergelijking met de ontwikkelde markten kan de verslaglegging nog beter. Stewardship heeft de verslaglegging op de ontwikkelde markten een boost gegeven.
Sommige beleggers gebruiken ESG-factoren om risico’s te identificeren en er een prijs op te plakken. Kunnen beleggers in opkomende markten ESG ook gebruiken om kansen te ontdekken?
Wij zien heel wat beleggingsmogelijkheden in Azië en het momentum voor verbetering in Azië is sterk. Na de recente verklaringen over de doelstellingen inzake koolstofneutraliteit in China, Japan en Korea biedt de groene wende in Azië heel wat kansen voor sectoren zoals hernieuwbare energie. Minder voor de hand liggend is dat de groene wende ook kansen oplevert voor sectoren zoals staal, vastgoed en energie, die kunnen overschakelen op groene productie, koolstofkredieten kunnen verzamelen en hun kapitaalkosten kunnen verlagen door duurzame leningen en groene obligaties uit te geven. Overheden nemen die sectoren in het vizier omdat zij de grootste vervuilers zijn, zodat in deze sectoren zwaar in O&O zal worden geïnvesteerd en we redelijkerwijs ook overheidssubsidies mogen verwachten. Zo schakelen staalfabrieken bijvoorbeeld over op waterstof-staalproductie waarbij gebruik wordt gemaakt van directe reductietechnologie. In de oliesector schakelen raffinaderijen gedeeltelijk over op groene waterstof.
“Biedt de groene wende in Azië heel wat kansen voor sectoren zoals hernieuwbare energie … zijn er ook “verborgen”, of beter gezegd, minder zichtbare bedrijven in de regio die dit alles mogelijk maken.”
De bedrijven die technologieën leveren die de groene wende mogelijk maken, zijn erg in trek bij beleggers. Toch zijn er ook “verborgen”, of beter gezegd, minder zichtbare bedrijven in de regio die dit alles mogelijk maken. Zij leveren een belangrijke bijdrage tot de energietransitie en profiteren er ook van. Aangezien de Aziatische middenklasse en de jongere generatie een gezonder leven willen, denken wij dat lokale voedings-, gezondheidsuitrusting- en sportkledijbedrijven waarschijnlijk ook zullen groeien en bloeien.
Is duurzaam beleggen in opkomend Azië een hype of een fundamentele trend?
Aangezien er uiteenlopende meningen zijn over de stelling of ESG-criteria zorgen voor een hoger aandelenrendement en er talrijk definities bestaan van “ESG-scores”, hebben CLSA onze eigen scores aan een kritisch onderzoek onderworpen. Over een periode van vijf jaar deed het bovenste kwintiel van de ESG-scores het 9% beter dan het onderste kwintiel [4]. Dat was het geval voor alle markten en alle sectoren. We kijken alvast uit naar het volgende decennium!
[1] Het gaat onder meer om Trucost, ISS-Ethix, Sustainalytics, en dergelijke. Zie onze Transparantiecode voor ESG Dataleveranciers. https://www.candriam.be/49391a/siteassets/medias/publications/brochure/…
[2] VN PRI. How Can a Passive Investor be a Responsible Investor? ESG & Passive Investment Strategies, Signatory Consulation Results. 6 april 2020. https://www.unpri.org/download?ac=10145
[3] VN PRI. ESG data in China: Recommendations for Primary ESG Indicators. Juni 2019. https://www.unpri.org/download?ac=6500
[4] VN PRI. ESG data in China: Recommendations for Primary ESG Indicators. Juni 2019. https://www.unpri.org/download?ac=6500