Globalisering is niet nieuw en het ziet er naar dat het fenomeen blijft bestaan ondanks de dreiging van protectionisme en een focus op eigenbelang.
In de 800 jaar vóór de industriële revolutie bestond economische activiteit vooral uit landbouw; productie en consumptie clusterden samen en er was weinig verschil in de waarde van de output tussen het ene deel van de wereld en het andere.
Zoals Richard Baldwin, hoogleraar Internationale Economie aan het Graduate Institute in Genève, opmerkte op het BNP Paribas Asset Management Investment Forum, bepaalde in die tijd het bevolkingsaantal de totale geproduceerde waarde, en zo domineerden de meest bevolkte landen – China en India – het mondiale BBP (zoals zij het vandaag de dag ook weer doen).
De afgelopen 30 jaar heeft China de balans weer in evenwicht gebracht
Vanaf de jaren 1820 tot 1990, toen de industriële revolutie West-Europa en vervolgens de VS toestond om de productie sterk te verhogen, steeg het aandeel van de G7-landen in het mondiale BBP van 20% tot meer dan 60%; het aandeel van China daalde van 50% tot 5%. De dramatische economische groei van China in de afgelopen 30 jaar heeft de balans enigszins hersteld: China en India zijn nu goed voor 20% en de G7 voor minder dan 40%.
Hoe ziet de toekomst eruit na offshoring en outsourcing?
Tot nu toe heeft de globalisering zich in twee golven ontwikkeld.
- Ten eerste een scherpe daling van de relatieve transportkosten. Hierdoor konden productie en consumptie worden gescheiden, zodat goederen daar konden worden geproduceerd waar het relatieve voordeel het grootst was en daar worden geconsumeerd waar de vraag het grootst was. De handel explodeerde, de wereldwijde inkomens stegen en de economische voordelen waren wijdverspreid.
- Daarna ontwikkelde de informatie- en communicatietechnologie zich snel. Hierdoor konden intellectueel kapitaal en productie worden gescheiden middels outsourcing en offshoring naar efficiëntere, goedkopere productiecentra. De voordelen werden minder gespreid verdeeld: bedrijven en kapitaal profiteerden het meest.