Azië heeft effectiever gereageerd op de COVID-pandemie dan het Westen, en de economieën – en aandelen – van de regio profiteren daar nu van
Aziatische aandelen hebben het in 2020 goed gedaan. De MSCI Asia Ex-Japan index presteerde tot nu toe beter dan zowel de MSCI World als de MSCI USA indices. Hoewel dit werd geholpen door een sterke prestatie van China, droegen ook grote regionale economieën als Taiwan en Zuid-Korea bij.
Je kunt zelfs spreken van een Noord-Aziatische bijdrage aan de prestaties; Zuidoost-Azië en India bleven achter. De verklaring hiervoor is grotendeels dat Noord-Aziatische landen de COVID-19 pandemie beter hebben gemanaged.
In bredere zin hebben de uitzonderlijke budgettaire en monetaire impulsen om de pandemie te bestrijden ook de marktprestaties geholpen. De gebruikelijke begrotingsnormen werden in heel Azië opzij gezet terwijl regeringen probeerden de economische gevolgen van de gezondheidscrisis te compenseren. De overheidsschuld steeg aanzienlijk. Tot slot hebben acties van de centrale banken de Aziatische aandelenmarkten ook ondersteund. De enorme monetaire versoepeling onder leiding van de Fed, het federale stelsel van Amerikaanse centrale banken, heeft de Aziatische centrale banken in staat gesteld buitengewone maatregelen te nemen zonder dat er sprake was van aanzienlijke schokken op de valutamarkten.
Azië – De motor van de mondiale groei
De vooruitzichten voor Azië verdienen voorzichtig optimisme. Azië neemt nu de rol van motor van de mondiale groei op zich, met China als knooppunt voor de handel in de regio.
De leiders van 15 landen uit de regio Azië-Pacific hebben zojuist een van de grootste handelsovereenkomsten in de geschiedenis ondertekend, die een derde van de wereldbevolking en de economische productie betreffen. Het Regional Comprehensive Economic Partnership zou tegen 2030 jaarlijks bijna 200 miljard USD aan de wereldeconomie kunnen toevoegen.
