Column
Opinie

Pensioenfondsen en de staatsschuld

De informateurs hebben volgens Elsevier bedacht dat pensioenfondsen kunnen helpen bij de anders te snelle toename van de staatsschuld. Dat is fout, want de last van die schuld voor onze kinderen, die de rente moeten betalen, blijft precies even groot. Investeren in woningbouw kan zinvol zijn; investeren in infra en klimaat, zoals ook gesuggereerd, is riskant voor rendement en reputatie.

Aan de oppervlakte lijkt het logisch: pensioenfondsen kopen de staatsschuld. De minister van Financiën moet dan natuurlijk rente betalen aan de pensioenfondsen, maar die keren hun vermogen weer uit aan de gepensioneerden en dus betalen we aan elkaar. Het zogenaamde Planbureau voor de Leefomgeving zou waarschijnlijk zeggen: de nationale kosten zijn nul.

We zien de fout zodra we nadenken over de positie van de toekomstige belastingbetalers. Die moeten meer rente betalen als de overheid meer staatsschuld uitgeeft, los van de vraag wie de houder is van die toekomstige staatsschuld. Alleen als de nieuwe staatsschuld terecht komt bij de centrale bank is die inderdaad gratis. De overheid betaalt immers rente aan de centrale bank, krijgt die rente weer terug in de vorm van de winstuitkering van de centrale bank en hoeft er dus de belastingbetalers niet voor lastig te vallen.

De stelling van de informateurs  dat het financieringstekort te hoog uitvalt, maar dat de pensioenfondsen daarbij gelukkig kunnen helpen, is dus een misverstand. De informateurs noemden specifiek drie sectoren: woningbouw, infrastructuur en klimaat. Die kunnen fondsen op hun eigen merites beoordelen. Ik heb elders betoogd dat investeringen in onroerend goed passen in de portefeuille, omdat het bescherming kan bieden tegen geldontwaarding.

Maar een ernstige waarschuwing past bij investeringen in infra en klimaat. Bouw van infra vereist zulke gecompliceerde contracten dat een pensioenfonds domweg de expertise mist om die te beoordelen. Denk aan de horrorverhalen over de contracten en steeds veranderende eisen van de overheid bij de nieuwe kerncentrales in Finland en Engeland. Denkbaar zou zijn om te investeren in de opbrengst van een tolweg, maar pas nadat die weg is aangelegd. Maar zo ver zijn we in Nederland nog niet – en zelfs dan is er nog de herinnering aan de tolweg in Italië die in 2018 instortte en eigendom was van de Benedetti-familie (een familie zonder expertise in wegenbouw).

Klimaat en natuur zijn mooie doelen, maar ook politieke doelen en daarmee gevoelig voor snelle en moeilijk voorspelbare veranderingen in de publieke opinie. Kleine minderheden laten met grote nadruk van zich horen, en dan moeten fondsen de moeilijke afweging maken of ze de oren laten hangen naar de activisten of proberen te handelen in lijn met de meerderheid van hun deelnemers - die anders kunnen denken over nucleair, wind op zee, houtkap, biomassa, en het elektriciteitsnet.

Het lijkt daarom veiliger wanneer de fondsen blijven afzien van Philip Morris, maar voor het overige hun rendementen optimaliseren, die laten presenteren door een onafhankelijke custodian, en de zelfbeheersing opbrengen om niet duur te gaan amateuren in kantoren buiten Nederland – maar dat is een ander verhaal.

Eduard Bomhoff is voormalig hoogleraar monetaire economie en was in het verleden bestuurder bij twee grote pensioenfondsen.