De Wet Toekomst Pensioenen (WTP), die - als het aan het kabinet ligt-tot de introductie van een nieuw pensioenstelsel zal leiden, is ‘onnodig, onwenselijk en onrechtmatig’. Die opvatting heeft Sylvester Eijffinger, emeritus hoogleraar Financiële Economie aan de Tilburg University, uitgedragen in een deskundigenbijeenkomst voor de Eerste Kamer van het parlement.
Eijffinger sprak eerder deze week onderstaande opvatting uit tijdens een deskundigenbijeenkomst met leden van de Senaat (foto): ‘De WTP is onnodig vanwege de stijging van de kapitaalmarktrente in de eurozone en dus ook Nederland. De kapitaalmarktrente in de eurozone is door de Europese Centrale Bank (ECB) sinds de grote financiële crisis in 2008/2009 en als gevolg daarvan de eurocrisis vanaf de “whatever-it-takes” uitspraak door de toenmalige ECB-president Mario Draghi in grote mate gemanipuleerd met de opkoopprogramma’s (APP en PEPP) en langetermijn kredietfaciliteiten (LTRO) zodanig dat er geen sprake was een ‘echte marktrentevorming’ op de Europese en dus Nederlandse kapitaalmarkt.
Het kapitaaldekkingsstelsel is door een kunstmatige rekenrente (‘ultimate forward rate’) binnen het FTK sterk ondergraven. Dat heeft niet alleen geresulteerd in grote vermogensverliezen bij de pensioenfondsen, maar ook tot hoge pensioenverplichtingen en een lage dekkingsgraad bij alle fondsen. Inmiddels is de kapitaalmarktrente door de hoge inflatie(verwachtingen) sterk gestegen en is een fundamentele herziening van het Nederlandse pensioenstelsel (WTP) onnodig.
De WTP is onwenselijk door de complexiteit van de uitvoeringsproblematiek, waardoor duizenden individuele pensioencontracten door de fondsen herzien dienen te worden. Pensioenfondsen voelen zich gebonden aan het Pensioenakkoord dat door de sociale partners is gesloten, maar onderschatten de uitvoeringsproblemen bij de overgang van een collectief naar een individueel pensioenstelsel onder de huidige economische en financiële omstandigheden.
De transitieperiode (2023-2027) zal tot veel onzekerheid en onvoorspelbaarheid niet alleen bij de huidige pensioenen, maar ook bij de toekomstige pensioenen leiden. Bovendien zal de rentegevoeligheid van het nieuwe pensioenstelsel zeer groot blijken te zijn en versterkt worden door de volatiele inflatie(verwachtingen) en daardoor volatiele kapitaalmarktrente. Het invaren van de huidige pensioenen in de WTP doet de toeslagenaffaire en de problemen bij de vermogensrendementsheffing (box 3) verbleken. De volgende parlementaire enquête over het pensioenstelsel is onvermijdelijk.
De WTP is onrechtmatig door het schenden van individuele private pensioencontracten. Door het opschorten van het individuele bezwaarrecht in de WTP worden de individuele private pensioencontracten niet alleen geschonden, maar ook het eigendomsrecht en zelfs de Europese Rechten van de Mens door het huidige kabinet niet gerespecteerd. Ik verwacht dat deze schendingen tot vele massaalbezwaarprocedures zullen gaan leiden bij de Hoge Raad en, als dat nodig zal blijken te zijn, bij het Europese Hof van Justitie.
De Nederlandse pensioenfondsen zullen geconfronteerd worden met massaclaims van de individuele pensioengerechtigden en vooral de kleinere pensioenfondsen zullen in deze juridische procedures vastlopen. Dat betekent dat de herziening van het pensioenstelsel als geheel zal verzanden en niet alleen onrechtmatig, maar ook onuitvoerbaar zal blijken te zijn. Het coalitieakkoord van het huidige kabinet zal nog vele kabinetten in de toekomst opzadelen met ellenlange juridische procedures en zeer hoge kosten voor compensatie.
Zoals al gezegd zal ik u drie aanbevelingen voor het toekomstige pensioenstelsel geven.
Mijn eerste aanbeveling is om af te zien van de WTP onder de huidige economische en financiële omstandigheden. Ik begrijp dat het afzien van de WTP voor de coalitiepartijen zeer moeilijk ligt maar ik zou opmerken “beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald”.
Mijn tweede aanbeveling is dat als de coalitiepartijen niet willen afzien van de WTP als geheel dan tenminste het verplicht invaren van de huidige pensioenen en toekomstige pensioenen in de transitieperiode (2023-2027) te schrappen en ook de FTK te herzien.
Mijn derde aanbeveling is een gehele aanpassing van de huidige rekenrentesystematiek tot een stabiele en vaste rekenrente van minimaal 2 procent tot maximaal 4 procent op middellange termijn, waarbij ik denk aan een voortschrijdend gemiddelde over vijf jaren.
Mijn aanbevelingen komen overeen met de open brief van ruim 40 deskundigen op 31 oktober 2022 aan de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer, maar zijn concreter’, aldus emeritus hoogleraar Sylvester Eijffinger (foto inzet) in zijn bijdrage aan de deskundigenbijeenkomst.
Naast Eijffinger waren voor de bijeenkomst ook Hans van Meerten van de Universiteit Utrecht en Jean Frijns van de Vrije Universiteit Amsterdam uitgenodigd om over implementatie van de nieuwe pensioenwet te komen spreken.
Andere deskundigen gingen tijdens deze bijeenkomst in op thema’s als uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.