Beleggen is een spel van relatieve zaken, tenminste als je het goed doet. Of je nu een korte of lange horizon hebt, ergens dringt de vraag zich welke beleggingscategorieën nu eigenlijk het meest aantrekkelijk zijn. En omdat centrale banken er sinds 2008 een sport van hebben gemaakt om hun balans almaar verder op te blazen, was het antwoord op die vraag zelden of nooit cash. Tot nu!
Ik laat hieronder twee grafieken zien die de hoeveelheid ‘yield’ laat zien voor de belangrijkste beleggingscategorieën, gecorrigeerd voor enerzijds duration (rentegevoeligheid) en anderzijds volatiliteit.
De eerste grafiek toont de yields begin augustus 2020, toen de Amerikaanse tienjaarsrente zijn dieptepunt bereikte. Zoals je uit de grafiek kunt aflezen, boden Developed Market (DM) Treasuries maar bar weinig yield, gegeven hun duration en volatiliteit. Voor Global Corporate Bonds gold hetzelfde. En ook voor aandelen (ik zet de duration voor Developed en Emerging Market Equities, en Real estate op 20, 16, en 12 jaar.) klotste de aanvangsyield nou niet meteen tegen de plinten.
Hoe anders is dit anno nu. Voor alle beleggingscategorieën is de verhouding tussen yield, duration en volatiliteit nu een stuk aantrekkelijker. Maar voor obligaties is dit veel meer het geval dan voor aandelen. Deze grafiek hieronder laat nog maar eens duidelijk zien dat TINA (There Is No Alternative) al een tijd geleden vertrokken is. Een voorbeeld. Je krijgt nu grofweg 5 procent rendement op wereldwijde bedrijfsobligaties tegen ongeveer 6 procent rendement op aandelen. Maar dat staat wel een flinke hoeveelheid extra volatiliteit tegenover. Voor risico-averse beleggers zal die 5 procent er een stuk aantrekkelijker uitzien.
Overigens, ben ik daarmee niet meteen fan van bedrijfsobligaties. Dat ze nul(!) kans op een Amerikaanse recessie inprijzen, bevalt me niet.
Kaper op de kust
Maar het kan erger. Alsof de concurrentie van obligaties niet genoeg was, worden aandelen nu ook bedreigd door money market-fondsen. In Amerika bieden die nu ongeveer 5 procent rendement tegen vrijwel nul volatiliteit. Ik zou de y-as in de grafieken extreem moeten optrekken om die geldmarktfondsen toe te voegen. Hier in Europa liggen de rentes op geldmarktfondsen op ongeveer 2,25 procent. Nog steeds best aantrekkelijk bij een Duitse tienjaarsrente van 2,50 procent. Waarom zou je met het oog op de voornemens van de ECB extra veel durationrisico aan boord willen hebben?
Hetzelfde geldt voor aandelen. Die kunnen een aanzienlijk hoger rendement bieden, maar dan vooral als je een rooskleurig beeld hebt van de toekomstige economische groei en winstontwikkeling. Als de risicovrije rente hoger wordt, wordt de ruimte voor tegenvallers aanzienlijk kleiner. Je moet het niet te vaak willen zeggen, maar cash is best een beetje king!
Jeroen Blokland is oprichter van True Insights, een platform dat onafhankelijke research biedt om gediversifieerde multi-asset portefeuilles samen te stellen. Blokland was laatstelijk hoofd multi-assets bij Robeco. Zijn grafiek van de week verschijnt elke donderdag op Investment Officer.