Han de Jong
Column
Opinie

Voorzichtig met looneisen

In november stelde de FNV een looneis van 14,3 procent voor 2023, gelijk aan het inflatiepercentage in oktober. Zo’n loonstijging zou de koopkracht met terugwerkende kracht repareren. Vorige week werd in diverse sectoren gestaakt, bijvoorbeeld in het streekvervoer, waar werknemers een bod van 8 procent hebben afgewezen. 

Het ANP en Kieskompas publiceerden afgelopen vrijdag de resultaten van een enquête waaruit bleek dat een forse meerderheid van de ondervraagden vindt dat de lonen volledig met de inflatie mee moeten stijgen. Volgens het CBS bedroeg de CAO-loonstijging vorig jaar 3,2 procent terwijl de inflatie (CPI) op 10 procent uit kwam. Tijd voor een forse inhaalslag, maar hoe ziet het economische plaatje eruit?

Bij die stijging van 3,2 procent dient te worden opgemerkt dat we in de laatste anderhalf jaar compleet zijn overvallen door de hoge inflatie. In de Macro-Economische Verkenning die het CPB in september 2021 publiceerde werd een inflatie (HICP) voorspeld van 1,9 procent voor dat jaar als geheel en 1,8 procent voor 2022. Uiteindelijk werd het 2,8 procent voor 2021 en 11,6 procent voor 2022. 

CAO-lonen worden voor een langere periode afgesproken, vaak voor een jaar, maar ook wel langer. Als de inflatie onverwacht hard oploopt, is het logisch dat de loonstijging daarbij achterblijft.

De cijfers van het CBS kijken achterom. Interessanter zijn de cijfers van de AWVN. Die organisatie berekent de loonstijging – omgerekend naar 12-maandsbasis – die in nieuwe CAO’s worden afgesloten. In de loop van 2022 werd duidelijk dat de inflatie de verwachtingen ruim zou overtreffen. In nieuwe CAO’s werden dan ook geleidelijk hogere loonstijgingen afgesproken, al bleef die fors achter bij de inflatie.

Inflatie en CAO-loonstijging

Een groot deel van de inflatie komt vanuit het buitenland, vooral door de energieprijzen. We lijden een ‘ruilvoetverlies’, er is sprake van een ‘nationale verarming’. Het is onmogelijk om iedereen volledig de compenseren. Het is daarom interessant te zien dat de loonstijging in nieuwe CAO’s de ontwikkeling van de kerninflatie wel heel redelijk heeft gevolgd. In veel CAO’s zijn overigens ook eenmalige betalingen afgesproken die de AWVN niet meetelt in de loonstijging.

Kerninflatie en CAO-loonstijging

 De regering heeft zich ook niet onbetuigd gelaten en heeft koopkrachtherstellende maatregelen genomen, vooral gericht op lagere inkomens. Het minimumloon is met 10 procent verhoogd, de zorgtoeslag, de huurtoeslag en het kindgebonden budget zijn verhoogd, er is een energietoeslag voor lage inkomens ingevoerd en het laagste tarief van de inkomstenbelasting is iets verlaagd.

Berekeningen van het CPB uit december laten zien dat het met de koopkrachtontwikkeling van de laagste inkomens zowel in 2022 als in 2023 duidelijk minder slecht gaat dan met de hogere inkomens. Dat is ook de bedoeling want gezinnen met lage inkomens worden veel harder geraakt door de gestegen energieprijzen dan gezinnen met hoge inkomens. Natuurlijk kun je twisten over de vraag of dit genoeg is.

De grote vraag is nu of sterke loonstijgingen een loon-prijsspiraal in werking zullen zetten. Zo moeilijk is dat niet. Elke loonstijging die uitgaat boven de productiviteitstijging wordt ofwel doorberekend en leidt dan tot nieuwe prijsstijgingen, of gaat ten koste van de winstmarges.

DNB-president Klaas Knot pleit voor loonstijgingen van 5-7 procent. Kijkend naar de AWVN-cijfers moet je concluderen dat hij op zijn wenken bediend wordt. Die 5-7 procent ligt ver boven de toename van de productiviteit en draagt in principe bij aan het in stand houden van de inflatie. Ik denk dat Knot zo’n getal kiest omdat het onder de huidige inflatie ligt, dus het staat enige daling van de inflatie waarschijnlijk niet in de weg. In een volgende periode kan de loonstijging dan weer wat afnemen.

Het lijdt echter geen twijfel dat een loonstijging van 14% heel erg inflatoir zal blijken. Volgens de meest recente ramingen van DNB en het CPB daalt de inflatie dit jaar naar zo’n 3,5 procent. Als die voorspelling uit zou komen en de FNV zijn zin zou krijgen, zou het volgende beeld ontstaan. Trek zelf de conclusie.

Kerninflatie en CAO-loonstijging

 In de persconferentie na hun laatste beleidsvergadering merkte Fed-baas Powell op “people REALLY don’t like inflation”. Daar heeft hij gelijk in. We moeten er zo snel mogelijk vanaf. Dat iedereen voor zijn eigen belangen opkomt is logisch. En dat de inkomens van sommige beroepsgroepen teleurstellend laag zijn en een correctie verdienen kan ook met recht betoogd worden. Maar dat is een andere discussie. Het is nu van belang dat we de loon-prijsspiraal zoveel mogelijk beperken. 

Han de Jong is voormalig hoofdeconoom van ABN Amro. Hij schrijft wekelijks voor Investment Officer  over economie en markten. Meer informatie over zijn visie kunt u lezen op Crystal Clear Economics.