Eduard Bomhoff
Column

CPB-directeur Hasekamp moet waarschuwen

CPB-directeur Hasekamp is niet bezorgd over de investeringen, want zo lang Nederlanders meer consumeren, zullen bedrijven wel volgen met extra investeringen, zo stelt hij. Misschien is dat zo, maar er zijn twee bedreigingen: onzekerheid over CO2-beleid, en hoge inflatie. Het CPB zou daarom moeten waarschuwen dat bij onzeker beleid bedrijven hun investeringen uitstellen of verplaatsen naar het buitenland. 

Het Centraal Planbureau is optimistisch. De consumptie kan de komende jaren groeien met 2,5 procent per jaar, veel beter dus dan de magere 1 procent van de afgelopen twee jaar. Het is te hopen dat die extra consumptie niet bestaat uit vliegtickets naar Spanje en Portugal, om daar een B&B te starten of vanachter de laptop advies te gaan geven. Die brain drain is een reden om niet zo optimistisch te zijn, maar er zijn er meer. Zoals zorgen over de investeringen.

Het CPB laat in haar modellen en prognoses de investeringen van de bedrijven vooral afhangen van de bestedingen. Gaan Nederlanders meer besteden, dan hebben bedrijven meer machines, IT, en vrachtauto’s nodig. Ik ben bang dat het CPB zo belangrijke negatieve trends weglaat.

Duitsland is in een zware recessie, en dat voelt de haven van Rotterdam. Tegelijk wil de regering geforceerd doorzetten met groene waterstof, maar dat vereist miljarden aan subsidies. En dan moet ook nog het stroomnet voor 190 miljard euro worden versterkt, tenminste als Nederland doorgaat met nog meer windparken in de Noordzee. Al die kosten en onzekerheden moeten bedrijven wel doen aarzelen. De economische logica zegt: stel investeringen uit bij hoge onzekerheid. Maar onzekerheid speelt geen rol in de CPB-berekeningen.

De inflatie is nu 4 procent bij ons, tegenover 2 procent gemiddeld in de Eurozone. Het verschil in het prijspeil is al gecumuleerd tot 5 punten en dat wordt dus nog meer. Hogere prijzen betekenen hogere lonen. Ook dat speelt geen rol in de CPB-formules voor de investeringen.

Ik keek terug naar een eerdere periode met grote zorgen over de energiekosten en met stijgende inflatie. In 1979 was het CPB wél alert om te waarschuwen dat de aankopen door Nederlandse consumenten van in eigen land geproduceerde artikelen al vijf jaar lang stagneerden. Ook de dienstensector zag een sterke invoerpenetratie. Dat is nu met de invoer van diensten van Google, Facebook en Nvidia niet anders. Het CPB schreef toen dat verloren marktaandeel niet makkelijk weer terugkomt.

Nu zegt CPB-directeur Pieter Hasekamp dat hij niet bezorgd is voor het saldo van invoer en uitvoer op de lopende rekening, en dat is op zich correct. Maar zijn analyse van de investeringen is blind voor het risico dat ondernemers wel willen aannemen dat de Nederlandse consumptie goed blijft stijgen, maar vervolgens besluiten dat het eenvoudiger en winstgevender is om te werken vanuit Portugal, Spanje en – de laatste tijd ook opkomend – Scandinavië.

Ik zie liever een bezorgd CPB. Onze almaar meer dwingende overheid beschadigt het ondernemersklimaat. Het CPB kan daar in het hart van de Haagse bureaucratie voor waarschuwen. Directeur Cees van den Beld deed dat in zijn tijd met nadruk en schreef over het “geringe industriële weerstandsvermogen”. Waar blijft Hasekamp?

Eduard Bomhoff is voormalig hoogleraar monetaire economie en was in het verleden bestuurder bij twee grote pensioenfondsen.