Edin Mujagic
Column
Opinie

ECB viert feest waar eerder bescheidenheid past

Feest in Frankfurt bij de Europese Centrale Bank (ECB) eerder deze week. De aanleiding: de bank werd 25 jaar geleden opgericht. Op de website van de bank was niets anders te zien dan blogs, podcasts en toespraken naar aanleiding van dat heugelijke feit. In alle twintig landen van de eurozone verscheen een opiniestuk van Christine Lagarde, president van de ECB. Het enige wat zo’n beetje ontbrak was de uitgifte van een speciale munt.

Het is begrijpelijk dat je, als je een kwart eeuw bestaat, daarbij stil wilt staan. Toch had de ECB er beter aan gedaan er een wat meer ingetogen gebeurtenis van te maken. Je zou denken dat een politica pur sang zoals Lagarde toch wel genoeg politieke antenne heeft om zich te realiseren dat het een beroerd moment is feest te vieren bij de bank. 

Een van de redenen is dat de inflatie in de eurozone, in april 7 procent, zeer hoog en bovendien hardnekkig hoog is terwijl je doelstelling 2 procent is, waardoor veel inwoners van de muntunie steeds moeilijker rond kunnen komen. Inflatie is al sinds de zomer van 2021 veel te hoog en lijkt tot en met 2025 te hoog te blijven. Feest vieren terwijl je dus al enige tijd behoorlijk faalt voor je enige taak en nota bene zelf aangeeft nog jaren te blijven falen, blijft toch een rare bedoening. 

In het verlengde daarvan: de doelstelling van de ECB bij de oprichting was om de inflatie onder de 2 procent per jaar te houden, op middellange termijn. In 2003 werd die doelstelling aangepast naar ‘onder, maar dicht bij 2 procent’ en in 2021 werd de lat weer een stuk hoger gelegd, op 2 procent. Als de bank succesvol was geweest, was de totale geldontwaarding sinds 1999 in de eurozone aanmerkelijk lager geweest dan de circa 64 procent waar de teller op staat. Nóg een reden om geen feest te vieren, dunkt me.  

‘Ja, maar gemiddeld genomen over die hele periode komt de inflatie op circa 2 procent uit’, hoor en lees ik vaak. Dat kan wel zo zijn maar de taak van de ECB was en is te zorgen voor 2 procent op middellange termijn. De definitie van ‘middellange termijn’ bij de ECB is twee jaar vooruit. Dát is de maatstaf en níet het gemiddelde over de periode sinds 1999! Zou dat laatste het geval zijn, dan zou de bank haar taak succesvol hebben volbracht als, ik gebruik even een extreem voorbeeld, de inflatie tot en met 2021 0 procent was geweest en in 2022 50 procent.  

Een andere reden om feest uit te stellen tot betere tijden, is dat het met het vertrouwen in de ECB niet al te goed gaat. Uit ondervragingen daarover sinds 1999 blijkt duidelijk dat waar het vertrouwen in de euro nog wel goed te omschrijven is, dat in de hoedster van de munt, de ECB dus, toch significant gedaald is. Als ECB-president zou ik me toch zorgen maken over het feit dat het vertrouwen van de inwoners van de eurozone in het Europees Parlement – met al zijn schandalen in het verleden – groter is dan het vertrouwen in de ECB
Wat de ECB ter ere van haar 25 jarig bestaan dan ook beter had kunnen doen in mijn optiek, was een conferentie houden over de vraag hoe het vertrouwen te herstellen. 

Als de bank die conferentie had georganiseerd en ik de kans had gehad er op te treden, dan zou ik hebben gezegd dat het een goed begin was om zich van de menselijke kant te laten zien. Hoe? Door toe te geven dat er grote fouten gemaakt zijn in het verleden, door de rente te lang te laag te houden, en beterschap te beloven. Door excuses te maken voor het feit dat de inflatie al enige tijd veel te hoog is en te hoog zal blijven in plaats van de schuld daarvan steeds weer in de schoenen van anderen te schuiven, of het nou vakbonden, bedrijven of de oorlog is. Door zich wat minder te bemoeien met zaken zoals gender, klimaatbeleid et cetera – neem de voorbeeld aan de Fed, waar de voorzitter onomwonden stelt dat de bank geen klimaatbeleid heeft en niet zal hebben – en zich volledig te focussen op het zo snel mogelijk te gaan voldoen aan de prijsstabiliteitsdoelstelling. 

Edin Mujagić is hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer en auteur van het boek ‘Keerpunt 1971’. Hij schrijft iedere laatste vrijdag van de maand voor Investment Officer een ECB Watch over het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank.