Bernard ter Haar
Column
Opinie

Tegenslag

Onze samenleving laat zich gemakkelijk ontregelen. Je hoeft niet heel lang na te denken over een flink aantal scenario’s waarmee het hele land of de hele economie in de stress schiet of stil valt. We hebben recente ervaringen die helpen om die scenario’s van een helder beeld te voorzien. Denk aan de Covid-19-pandemie of de wekenlange blokkade van het Suezkanaal.

Maar deze voorbeelden zijn tegelijkertijd ook uitzonderingen in een lange periode van relatieve rust en voorspoed. Oorlogen waren ver weg, revoluties ook, de arbeiders staakten niet met de heftigheid van weleer, en er was geen honger. En zo gebeurde het dat wij collectief onze zelfredzaamheid prijs gaven aan een steeds grotere afhankelijkheid van de bijna perfecte werking van onze maatschappelijke systemen.

Dankzij de internationale gremia durfden we te rekenen op wereldvrede, dankzij de overvloed aan energie rekenden we erop dat die overvloedig beschikbaar zou blijven, dankzij het supergoedkope transport konden we alle voorraden minimaliseren, en al ons handelen ging steeds sneller en efficiënter dankzij digitale systemen en de digitaal beschikbare data. Met als gevolg dat we nauwelijks verweer kunnen leveren tegen tegenslag. Geen adequaat defensief apparaat, geen buffers, geen voorraden, geen bescherming tegen cybercriminaliteit, geen plannen B, geen weerbaarheidstraining van burgers en bedrijven.

Risico’s accepteren of managen

De directeur van het CPB, Pieter Hasekamp, stelde in het Financieel Dagblad van 13 juli jl. dat we niet moeten vergeten om risico’s te accepteren. Als je alle risico’s wil uitsluiten, valt alles stil. Dat hij het nuttig vindt om die boodschap af te geven is al tekenend voor deze tijd.

In onze hang naar ongestoorde voorspoed, en het goed functioneren van al onze systemen waar we volledig afhankelijk van zijn, hebben we immers geen behoefte aan risico’s. Maar ik denk dat het gevaar er veel meer in zit dat we onze samenleving niet wapenen tegen voorzienbare risico’s.

We vinden het wel logisch om ons te verzekeren tegen brand of autoschade, of met een pensioenvoorziening ons te verzekeren tegen ons langlevenrisico. Zo logisch dat we dat wettelijk hebben geregeld, want stel je voor dat mensen het toch aandurven om zonder deze financiële uitgave door het leven te gaan! Maar er ontbreken back-ups van heel veel maatschappelijke systemen. Maatschappelijke risico’s worden vrijwel niet gemanaged, behalve als het over overstromingsrisico’s gaat, want daar zijn we wel goed in.

Overcapaciteit is geldverspilling(?)

De overheid geeft ook zelf het slechte voorbeeld. Zelfs na de ervaringen met Covid-19 is er niet voor gekozen om buffercapaciteit aan te houden voor IC’s in de ziekenhuizen. Er is na de grote vluchtelingenstroom uit 2015 niet voor gekozen om een buffercapaciteit aan te houden bij de COA en de IND.

Ook onze defensiecapaciteit is niet op orde. We weten nauwelijks wat de sabotage-gevoeligheid is van onze energievoorziening. Overcapaciteit is het eerste dat het ministerie van Financiën met passie uit de begrotingen snijdt.

Maar in het bedrijfsleven is het niet veel beter. Het aantal bedrijven dat zich adequaat heeft beschermd tegen cybercriminaliteit is in de minderheid. En de auto-industrie is een mooi voorbeeld van de afhankelijkheid van onderdelen die uit een ver buitenland moeten worden geleverd. De productie viel stil toen er geen chips geleverd konden worden. De afhankelijkheid van snelle transportkanalen blijkt telkens als deze een keer uitvallen.

Woelige tijden vragen actief risicobeleid

We zullen toch moeten nadenken over alle voorzienbare scenario’s, waar deze column mee opende. We leven immers in woelige tijden, waarin de ongestoorde voorspoed zeker geen vanzelfsprekendheid meer is. Onze samenleving laat zich gemakkelijk ontregelen.

Bij de volgende pandemie kun je voorzien dat een groot deel van de bevolking in een stevige depressie belandt: “nee, niet nog een keer!” Maar de kans op de volgende is even groot als de vorige. Als een buitenlandse mogendheid onze elektriciteitsvoorziening saboteert, valt echt alles stil. Alle digitale communicatie, het hele betalingsverkeer, echt alles. Maar ook het afsluiten van de digitale cloud zou al een ramp betekenen. Hoe minder je op dit soort scenario’s bent voorbereid, hoe groter de maatschappelijke schade.

De WRR pleit in een recent advies voor een verhoging van onze weerbaarheid. Dat doen ze in nogal abstracte termen, die zich vooral richten op de geopolitieke onrust van dit moment. Ik denk dat het belangrijk is dat de maatschappelijke weerloosheid tegen tegenslag heel praktisch en actief moet worden aangepakt. Want veel risico’s kunnen niet worden weggenomen, maar wel goed worden gemanaged. Met heldere instructies en trainingen. Met het beschrijven van nuttige back-ups, buffers en voorraden.

En ja, ik zeg met Hasekamp dat ondernemersrisico’s moeten blijven bestaan, en het risico op slecht weer zal ook blijven, maar de risico’s met betrekking tot onze maatschappelijke systemen vragen echt meer aandacht dan ze nu krijgen. Aandacht van de overheid, van burgers en van bedrijven.

Bernard ter Haar heeft als topambtenaar gewerkt op de ministeries van Financiën en SZW. Op dit moment is hij bestuurder bij NLFI. Ter Haar schrijft maandelijks voor Investment Officer over de relatie tussen overheid en markt.