De Labourregering wil graag dat Engelse pensioenfondsen meer beleggen in bedrijven en private equity. Minister Reeves ging naar Canada om zich te informeren en zag daar het beste pensioensysteem: een collectief stelsel dat fondsen niet dwingt oudere deelnemers op te sluiten in laag-renderende annuïteiten. Vóór Knot had ze daarvoor ook de boot van Harwich naar Hoek van Holland kunnen nemen.
Het Canadese pensioenstelsel lijkt sterk op ons stelsel, zoals het was in ieder geval voordat De Nederlandsche Bank (DNB) daar grote schade aanrichtte met haar dwaze rekenrente en voordat er een nieuwe wet werd geschreven om de pensioenen meer individueel te maken.
In Canada rapporteren de pensioenfondsen met behulp van twee rekenrentes. Een hogere rekenrente, zo rond 4 tot 5 procent, dient om de solvabiliteit op lange termijn van het fonds in te schatten. Tegelijk worden berekeningen gepresenteerd met een veel lagere rekenrente die van toepassing zouden zijn bij liquidatie van het fonds.
De fout van DNB wordt daarmee scherp geïllustreerd. DNB eist dat ieder fonds ieder kwartaal laat zien of het een plotselinge liquidatie zou overleven in samenhang met de uitgifte van nominale annuïteiten aan alle deelnemers. Daarbij past inderdaad een lage rekenrente, maar waarom zoveel gewicht toegekend aan een liquidatiescenario? Ambtenaren en leraren blijven instromen bij het ABP, en verpleegkundigen bij PFZW, dus daar – en bij alle bedrijfstakfondsen – is een liquidatiescenario niet aan de orde.
Tegelijk laat de Canadese praktijk ook mooi zien wat nog steeds het alles dominerende bezwaar is van onze nieuwe wet: veel lagere verwachte toekomstige rendementen. Het lijkt misschien een mooie tussenvorm tussen collectief en individueel om wel het langlevenrisico collectief op te vangen, maar de pensioenpot per deelnemer toe te rekenen. Maar de verwachte pensioenen worden zo veel lager wanneer het fonds wordt gedwongen om bij oudere deelnemers alvast geleidelijk aandelen en vastgoed te verkopen en steeds meer vastrentend te beleggen.
Ik was in Maleisië deelnemer bij het nationale pensioenfonds EPF, een kopie van het meer bekende CPFB in Singapore. Na mijn pensioen draag ik dus zelf het langlevenrisico, maar de pot is wel veel groter, want tot de laatste dag bleef het fonds vooral beleggen in aandelen en gebouwen.
Minister Reeves wil bevorderen dat de Engelse pensioenfondsen weer meer gaan beleggen in aandelen en in private equity. Dat kan als die fondsen niet al hun oudere deelnemers klaar moeten maken voor het “invaren” in een annuïteit.
Bij alle gedetailleerde discussies over de solidaire of de flexibele regeling in de nieuwe wet van DNB wordt soms vergeten waar het echt om gaat: mogen fondsen beleggen in aandelen, gebouwen en woningen, ook voor hun oudere deelnemers en de gepensioneerden, of moeten de beleggingen zo veel mogelijk alvast gaan lijken op annuïteiten? Die vraag heeft één fatsoenlijk antwoord: leg de deelnemers duidelijk uit dat hun huidige pensioenregeling veel gunstiger is dan de annuïteit die resteert na het “invaren”, en dwing niemand tot “invaren” die daar niet voor heeft gekozen.
Eduard Bomhoff is voormalig hoogleraar monetaire economie en was in het verleden bestuurder bij twee grote pensioenfondsen.