Bernard ter Haar
Column
Opinie

Integriteit is een dynamisch begrip

Vanuit een vrij breed maatschappelijk sentiment wordt vandaag de dag met wantrouwen gekeken naar de Amsterdamse Zuidas. Op dit moment heeft dat alles te maken met de sancties op Russisch geld en kapitaal. Maar het wantrouwen wordt al een paar jaar gevoed door alle brievenbusfirma’s waar miljarden aan euro of dollars doorheen gesluisd worden om elders in de wereld belasting te ontwijken.

De Zuidas is meer dan een fysieke locatie. Het is een begrip dat de hele Nederlandse infrastructuur van kantoren voor juridisch en fiscaal advies, en trustdiensten omvat. Nederland heeft internationaal gezien een prima infrastructuur. Daar waren we ook heel lang trots op. Inmiddels leeft die trots op de Zuidas misschien nog wel, maar daarbuiten is hij een stuk minder, en omgeslagen in wantrouwen. De integriteit van de werkzaamheden staat daarmee ter discussie.

Integriteit is een lastig begrip. Ik probeer zelf die lastigheid een plek te geven door een indeling in drieën te maken. De eerste vorm van integriteit is of iemand zich aan de wet- en regelgeving houdt of niet. In een rule-based cultuur is dat de belangrijkste vorm van integriteit, en worden mensen en instellingen ook heel verontwaardigd als ze op hun gedrag aangesproken worden: ik heb me toch aan alle regels gehouden. 

Een purpose

De tweede vorm van integriteit is als een persoon of organisatie een purpose voor zichzelf heeft gedefinieerd, en zich daar in de dagelijkse praktijk wel of niet aan houdt. “Greenwashing” is hiervan een actueel voorbeeld . Een bedrijf beweert heel duurzaam en klimaatvriendelijk te opereren, maar in de praktijk valt daarvan weinig te constateren. Ook bij diverse affaires in de financiële sector zien we in de communicatie dat de klant heel centraal wordt gezet als purpose van de instelling, maar in de praktijk heel geld- en productgedreven de klantbelangen onvoldoende worden geborgd.

Een ander voorbeeld: ik ben zeer gecharmeerd van de algemene teksten over duurzaamheid en maatschappelijke betrokkenheid van VNO-NCW en MKB Nederland, maar verbaas me dan steeds over de defensieve teksten op het moment dat het bedrijfsleven concreet op het duurzaam opereren wordt aangesproken. 

De derde vorm van integriteit is de ingewikkeldste. Deze staat ongeveer tegenover de eerste, de rule based benadering, en in het verlengde van de tweede. Je zou het de principle-based integriteit kunnen noemen. De samenleving hanteert normen en waarden en meet de integriteit van personen en organisaties af aan de mate waarin die normen en waarden worden nageleefd in het gedrag.

Ingewikkeld

Dat is ingewikkeld, omdat die normen en waarden niet statisch zijn.  De werkzaamheden van de Zuidas zijn daar een mooi voorbeeld van. Twintig jaar geleden vonden velen het prima dat er veel geld met doorstroomactiviteiten werd verdiend, inmiddels is dat niet meer zo. Ook ten aanzien van duurzaamheid en diversiteit zijn de maatschappelijke normen en waarden aanzienlijk verschoven.

Ik gebruik met opzet de begrippen rule-based en principle-based, omdat dat aansluit op een onderscheid dat in de wet- en regelgeving ook wordt gehanteerd. Het is ook een onderscheid dat vaak gemaakt wordt tussen de Angelsaksische cultuur en de West-Europese cultuur. Wij streven ook in de Nederlandse wetgeving naar principle-based regelgeving, daar waar het kan en het efficiënt is.  Maar de beleving van de principle-based integriteit is dus een dynamische, en in de praktijk komen we toch veel gevallen tegen waarbij bedrijven zich die dynamiek niet eigen hebben gemaakt, en in het defensief komen als ze op hun gedrag worden aangesproken.

Blijkbaar staat de maatschappelijke antenne van met name de bedrijfsleiding onvoldoende ingesteld. Het is natuurlijk een divers beeld. Er zijn juist ook veel bedrijven die voorop lopen in de dynamiek van deze maatschappelijke normen en waarden. Ook binnen bedrijven zie je vaak veel diversiteit, waarbij de jongere werkenden een actuele beleving van de maatschappelijke waarden in het bedrijf ook heel belangrijk vinden, terwijl sommige ondernemingsraden zich juist erg behoudend opstellen.

Defensief gedrag uit zich vaak in een vlucht naar een rule-based beoordeling van zichzelf. Ik doe toch alles volgens de regels, en daarmee doe ik toch niets verkeerd? Maar zo zit de samenleving niet in elkaar. Er wordt wel degelijk afgerekend op de principle-based integriteit, en de reputatie van personen en bedrijven wordt daar voor een belangrijk deel aan afgemeten.

Antenne

Een goede antenne voor die maatschappelijke dynamiek is dus essentieel. En daarin een onderscheid kunnen maken tussen wat echt de dynamiek van de normen en waarden is, en wat maatschappelijk sentiment van het moment is. Jongere werknemers kunnen daarin een heel goede gids zijn.

Het is juist om dat onderscheid tussen maatschappelijke principes en de korte termijn sentimenten ook belangrijk als organisatie om mee te doen in het gesprek over deze principes. Je kunt door anderen beoordeeld worden op je integriteit, maar integriteit is bovenal een eigen keuze, en een eigen verantwoordelijkheid. Pro-actief communiceren, en zelf principiële posities kiezen, niet alleen maar defensief opereren, helpen om de dynamiek gezond te houden en maatschappelijk vertrouwen te creëren. In het huidige tijdsgewricht, waarbij de media leven op wantrouwen is dat nog niet gemakkelijk, maar daarom des te belangrijker.

Bernard ter Haar heeft als topambtenaar gewerkt op de ministeries van Financiën en SZW. Op dit moment is hij werkzaam bij ABDTopconsult van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Ter Haar schrijft maandelijks voor Investment Officer over de relatie tussen overheid en markt.