Uiteindelijk was aandeelhouderswaardemaximalisatie toch niet zo’n goed idee, moest Jack Welch aan het eind van zijn leven toegeven - drie decennia nadat hij met zijn beruchte reorganisaties het icoon van dat idee was geworden. Maar wat is dan wel een goed ondernemingsdoel? Welch was doorgeschoten, maar aan de andere kant van het spectrum staan mensen die kapitalisme gelijkstellen aan kolonialisme - wat evenmin slim is.
De gulden middenweg is interessanter: voormalig Unilever CEO Paul Polman vindt dat bedrijven ernaar moeten streven netto positief te zijn. Volgens hem gaan de wereld verbeteren en een sterk verdienmodel prima met elkaar samen. In zijn boek Netto Positief legt hij uit hoe dat werkt.
In een ander boek, Het grote gevecht & het eenzame gelijk van Paul Polman van Jeroen Smit, komt Polman naar voren als een gedreven CEO, maar ook als een drammerige voormalige misdienaar. Bovendien vallen boeken van bekende mensen bijna altijd tegen, dus mijn verwachtingen waren aanvankelijk niet hoog. Dat bleek onterecht. Polman schreef het boek in samenwerking met Andrew Winston, een toonaangevende duurzaamheidsconsultant. Samen putten ze uit een schat aan ervaring en ze aarzelen ook niet om de hand in eigen boezem te steken wat betreft gemaakte fouten.
Het concept van netto positief is interessant en gaat veel verder dan de meeste benaderingen van verantwoord ondernemen. Het draait niet om incrementele verbeteringen waardoor je activiteiten ‘minder slecht’ worden, maar om ‘meer goed’ creëren. In de definitie van Polman en Winston verbetert een netto positief bedrijf het welzijn van iedereen op wie het effect heeft - op elk gebied en op elke schaal. De auteurs beseffen dat dit vaak niet direct haalbaar is, maar zien het als een leidend principe dat noodzakelijk is als we een levensvatbare economie en planeet willen. De ultieme vraag voor iedere ondernemer, werknemer of manager is dan: is de wereld beter af omdat jouw bedrijf bestaat?
Vijf principes
Polman en Winston formuleren vijf principes die een netto positief bedrijf onderbouwing geven: 1. Verantwoordelijkheid nemen voor de gevolgen van de bedrijfsvoering op de wijdere wereld; 2. Focus op de langere termijn brede waarde; 3. Werken voor een scala aan stakeholders (zodat die allemaal een positief rendement genereren); 4. Ook buiten het bedrijf samenwerking en wezenlijke verandering omarmen; en 5. Aandeelhouderswaarde als resultaat van de voorgaande punten in plaats van als nauw doel an sich. “Waarde creëren op lange termijn betekent niet hoog inzetten in één bepaald jaar, maar je elk jaar inzetten om de samengestelde effecten van de voordelen van consistentie mettertijd te verkrijgen.”
Zonder voorbeelden en context klinken dergelijke principes wellicht vaag. Maar de auteurs blijven gelukkig niet hangen in abstracties. Het boek barst van de interessante praktijkvoorbeelden (vaak uit eigen ervaring) en verwijzingen naar boeken en artikelen waarin zaken dieper onderzocht worden.
Is er dan niets te klagen? Natuurlijk wel. Polman en Winston laten vooral het handelingsperspectief van topmanagement zien. Ze gaan minder in op de vraag hoe je het middenkader en de silo’s laat veranderen. En de bespreking van de financiële kant is summier, zowel wat betreft de financiële sector als de financiële functie binnen bedrijven.
De auteurs geven weliswaar aan dat financiële afdelingen te langzaam veranderen, maar gaan weinig in op de vraag hoe dat zou moeten. Wat betekent netto positief voor de financiële planning, risk, audit en business development van bedrijven? Er is ook weinig aandacht voor het optuigen van de vereiste informatiesystemen, waarin een centrale rol is weggelegd voor de CFO – die steeds meer een chief value officer zou moeten worden.
Netto positief
Polman en Winston delen behoorlijk wat sneren uit aan de financiële sector: bijvoorbeeld over de onzin van kwartaalcijfers; en dat het onnozel is om je strategie te baseren op het oordeel van een 28-jarige analist. Maar de grote vragen blijven onbeantwoord: hoe pas je netto positief toe in de risico- en investeringsfuncties van financiële instellingen? Wat vragen oproept als: welke data zijn nodig om de huidige stand van zaken in kaart te brengen? Hoe beoordeel je netto positief vooruitkijkend? En voor de netto negatieve delen van de portefeuille: hoe ziet het pad naar netto positief eruit? Als Jack Welch met netto positief als doel had gewerkt, dan had hij er beslist een strak informatiesysteem voor gebouwd. Zo ver zijn we nog niet.
Willem Schramade is oprichter en eigenaar van Sustainable Finance Factory. Hij is auteur van het boek ‘Duurzaam kapitalisme’ en als onderzoeker verbonden aan de Erasmus Universiteit.