Financiële instellingen zijn momenteel druk bezig met de implementatie van duurzaamheidsregelgeving, level 2 van de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) in het bijzonder. Naast de complexiteit van de regelgeving komt steeds meer aan het licht dat de Europese wetgever hinkt op twee gedachten die mogelijk niet met elkaar verenigbaar zijn.
Aan de ene kant moet het sustainable finance-pakket de weg vrijmaken voor transitie, maar aan de andere kant moet het raamwerk greenwashing tegengaan. Gaan deze hand in hand?
‘Groen’ en alles behalve ‘groen’
Belangrijke onderdelen van de Europese sustainable finance-regelgeving zijn de Europese Taxonomie en de SFDR. De taxonomie is een classificatiesysteem om te bepalen of een economische activiteit ‘groen’ is en ook ‘groen’ blijft. Het zet de groene standaard door dezelfde definities en begrippen aan te houden.
De SFDR voorziet erin dat financiële marktpartijen informatie geven over het duurzaamheidsgehalte van haar producten. Bijvoorbeeld door de classificatie ‘grijze’ producten (artikel 6-producten), ‘lichtgroene’ (artikel 8-producten) of ‘donkergroene’ producten (artikel 9-producten). De termen ‘grijs’, ‘lichtgroen’ en ‘donkergroen’ heeft de markt er eigenlijk zelf van gemaakt. Een labellingsysteem wat door de wetgever niet zo is bedoeld.
Daar lijkt zo langzamerhand de schoen te wringen. Bij het invullen van de SFDR-informatie-templates, de verplichte invuloefening voor alle financiële marktpartijen bij de invoering van de SFDR-level 2, stuiten partijen steeds meer op de onmogelijkheid om een goede verdeling te maken in het aandeel in taxonomie-beleggingen, duurzame beleggingen en de categorie ‘overig’.
De SFDR-level 2 eist tenslotte dat een productaanbieder van een artikel 8- of artikel 9-product deze breakdown maakt. Zoals vaker geconstateerd, is het (nog steeds) niet duidelijk wat precies een duurzame belegging is in de zin van de SFDR, gezien de brede wettelijke definitie. Wat wel duidelijk is dat een ‘groene’ belegging (of activiteit) óf voldoet aan het begrip ‘taxonomie’, óf voldoet aan het begrip ‘duurzame belegging’ in de zin van de SFDR. Alles wat daarbuiten valt, is niet ‘groen’.
Shades of green?
Het is een discussie die we ook bij het EU Ecolabel hebben gezien. Óf je voldoet aan een bepaalde ‘groene’ kwalificatie, óf je voldoet er niet aan. Het hele systeem is gebaseerd op pass-or-fail zonder ‘shades of green’, zoals we dat bijvoorbeeld wel kennen bij bijvoorbeeld wasmachines of koelkasten.
Het concept van ‘shades of green’ past juist bij een raamwerk dat wel voorziet in transitie. Is het niet juist de uitdaging voor elke onderneming of financiële instelling om binnen de ‘shades of green’ een niveau te stijgen? Is het niet zo dat een pass-or-fail-systeem ondernemingen of financiële instellingen juist kan ontmoedigen om de overgang naar de transitie te maken, als het hoogst haalbare daarin op korte termijn onbereikbaar blijft? Ook binnen een duurzame belegging zouden er ‘shades of green’ kunnen worden aangebracht.
Een ‘best in class’-benadering waarvan de assetmanager vaak gebruikmaakt bij de selectie van haar beleggingen in de portefeuille wordt eigenlijk niet door de wetgeving ondersteund. Dus als een assetmanager een bedrijf X opneemt in haar portefeuille dat veel minder CO2-uitstoot dan al haar concurrenten, betekent dit nog niet dat bedrijf X aangemerkt kan worden als een duurzame belegging.
Er is trouwens in het voorjaar wel een poging gewaagd door het Platform on Sustainable Finance, via een zogenaamde Extended Taxonomie, waarbij veel meer ruimte is voor transitie en ‘shades of green’. Tot nu toe lijkt daar alleen geen Europees politiek draagvlak voor te zijn, voornamelijk ook door de discussie rond het al dan niet onderbrengen van gas en nucleair in de taxonomie.
Greenwashing versus transitie?
Transitie en het voorkomen van greenwashing is conceptueel wel verenigbaar, maar in de verjuridiseerde praktijk lijkt dit de vraag te zijn. Het raamwerk van taxonomie-aligned - en duurzame beleggingen lijkt zo streng in te moeten worden gevuld, juist om elke schijn van greenwashing te voorkomen. Terwijl er juist behoefte is aan transitie, iets wat alleen maar vertaald kan worden naar meer ‘shades of green’. De vraag die opkomt, is hoe dit binnen het huidige raamwerk opgelost zou kunnen worden, en of de Europese wetgever hiervoor nadrukkelijk durft te kiezen.
Randy Pattiselanno is Manager Strategy & Regulatory Affairs bij Dufas (Dutch Fund & Asset Management Association).